ECLI:NL:RBROT:2024:3299
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een winkel in Barendrecht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Rotterdam het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 27 februari 2023. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een winkel gelegen in Barendrecht, vastgesteld op € 871.000,- op de waardepeildatum van 1 januari 2021. Eiseres, de gebruiker van de onroerende zaak, was het niet eens met deze waardering en had bezwaar gemaakt, wat resulteerde in een verlaging van de waarde naar € 767.000,-. De rechtbank heeft het beroep op 30 januari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft de rechtbank het onderzoek geschorst om verweerder de gelegenheid te geven nadere gegevens in te dienen, wat resulteerde in het overleggen van een huurcontract en vergelijkingsobjecten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de waarde van de onroerende zaak heeft onderbouwd met zowel de huurwaardekapitalisatiemethode als de vergelijkingsmethode. De rechtbank concludeert dat de door verweerder aangehouden huurwaarde van € 86,- per m² en de kapitalisatiefactor van 9,5 niet te hoog zijn. Eiseres heeft geen overtuigende argumenten aangedragen om de waarde te betwisten, en de rechtbank heeft de stellingen van eiseres als onvoldoende onderbouwd beschouwd. De rechtbank oordeelt dat verweerder slaagt in zijn bewijslast en dat de waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, aangezien de redelijke termijn niet is overschreden. De uitspraak is gedaan door mr. G.C.W. van der Feltz, rechter, en is openbaar uitgesproken op 5 april 2024.