ECLI:NL:RBROT:2024:3281

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 maart 2024
Publicatiedatum
15 april 2024
Zaaknummer
FT EA 24-115
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de schuldsaneringsregeling en vaststelling ingangsdatum

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 21 maart 2024 uitspraak gedaan over het verzoek van een verzoeker tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft een verzoekschrift ingediend dat aan de vereisten voldoet. Tijdens de zitting op 14 maart 2024 is vastgesteld dat de verzoeker heeft opgehouden te betalen en dat er geen voldoende gronden zijn voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft de verzoeker toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.

De verzoeker heeft verzocht om een eerdere ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling, omdat hij een bedrag van € 3.017,64 heeft afgelost op zijn schulden door middel van beslag. De schuldhulpverlening heeft echter verklaard dat dit bedrag niet ten goede is gekomen aan alle gezamenlijke schuldeisers, maar alleen aan de schuldeisers die beslag hebben gelegd. De rechtbank heeft daarom het verzoek om een eerdere ingangsdatum afgewezen en de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op 21 maart 2024.

De rechtbank heeft ook de bevoegdheid om deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van de verzoeker in Nederland ligt. De termijn van de schuldsaneringsregeling is vastgesteld op achttien maanden, eindigend op 21 september 2025. De rechtbank heeft mr. B.A. Cnossen benoemd tot rechter-commissaris en heeft verdere instructies gegeven aan de bewindvoerder. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
toepassing schuldsaneringsregeling
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 21 maart 2024
[verzoeker],
[adres 1],
[plaatsnaam],
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft het verzoek behandeld ter zitting van 14 maart 2024.
Daarbij zijn verschenen en gehoord:
- [verzoeker], verzoeker;
- de heer H. Boogerd, werkzaam bij de gemeente Voorne aan Zee, schuldhulpverlener.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

Toelating tot de schuldsaneringsregeling
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Verzoeker verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dan wel dat redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met betaling van zijn schulden. Er is geen, althans onvoldoende grond gebleken voor afwijzing van het verzoek. Verzoeker zal daarom worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Ingangsdatum looptijd van de schuldsaneringsregeling
Ten aanzien van de ingangsdatum van de looptijd van de schuldsaneringsregeling overweegt de rechtbank als volgt. Door verzoeker is verzocht om een eerdere ingangsdatum van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Daartoe is ter zitting aangevoerd dat verzoeker door middel van beslag een bedrag van € 3.017,64 afgelost heeft op zijn schulden. Ter zitting heeft schuldhulpverlening verklaard dat de deurwaarder die bedragen onder het beslag int, dit bedrag int voor meerdere schuldeisers. Schuldhulpverlening heeft voorts verklaard dat niet voor alle schuldeisers beslag is gelegd. Voornoemd bedrag van € 3.017,64 is dus niet ten goede gekomen aan de gezamenlijke schuldeisers, maar alleen aan de schuldeisers die beslag hebben gelegd. De rechtbank wijst daarom het verzoek af en stelt de ingangsdatum van de looptijd van de wettelijke schuldsaneringsregeling vast op 21 maart 2024.
Bevoegdheid rechtbank
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt per de datum van dit vonnis de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres 1];
[website 1], [website 2]
[website 3], [website 4]
gevestigd [adres 2];
- stelt de termijn van de regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf
21 maart 2024, waardoor deze termijn eindigt op 21 september 2025;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. B.A. Cnossen
en tot bewindvoerder L. Hordijk,
gevestigd te [postadres]
;
- kent toe, voor zover de boedel dit toelaat, een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder van een telkens aan het eind van de maand opeisbaar bedrag. Dit bedrag is gelijk aan 1/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering (Staatsblad 2013, 308) te berekenen vergoeding, verhoogd met de verschuldigde omzetbelasting;
- geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.A. Cnossen, rechter, en in aanwezigheid van
C. van der Velde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2024. [1]