ECLI:NL:RBROT:2024:3270

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
15 april 2024
Zaaknummer
C/10/674554 / FA RK 24-1553
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op basis van de Wet zorg en dwang

Op 27 maart 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek tot een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, ingediend door het CIZ. De zaak betreft een psychogeriatrische cliënt die lijdt aan gemengde dementie, Alzheimer en vasculaire dementie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing van de echtgenote. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat een opname noodzakelijk is om verdere escalatie te voorkomen. De rechtbank verleende de machtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 27 september 2024. De beslissing is schriftelijk uitgewerkt op 10 april 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/674554 / FA RK 24-1553
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 27 maart 2024 betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum],
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. G.A.J. Purperhart te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 28 februari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 8 februari 2024;
  • de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam 1], specialist ouderengeneeskunde, van 19 februari 2024;
  • de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 23 februari 2024.
1.2.
Op 19 maart 2024 is de mondelinge behandeling aangehouden omdat [naam 2], casemanager bij Careyn, niet aanwezig was. Gebleken is dat [naam 2] niet langer meer werkzaam is bij Careyn. Hierdoor kon het verzoek niet worden toegelicht en daarom is de mondelinge behandeling aangehouden. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.
1.3.
De voortgezette mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 maart 2024. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met advocaat mr. T. Gümüs namens de hierboven genoemde advocaat;
  • [naam 3], casemanager, verbonden aan Careyn;
  • [naam 4], maatschappelijk werkster, verbonden aan Humanitas;
  • [naam 5], de echtgenote van betrokkene.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten gemengde dementie, Alzheimer en vasculaire dementie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van deze psychogeriatrische aandoening tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene woont thuis met zijn echtgenote en hun kat in een relatief kleine ruimte. Betrokkene raakt gefrustreerd als dingen niet gaan zoals hij wil of als hij overprikkeld raakt. Dit reageert hij af op zijn echtgenote en de kat. Betrokkene barricadeert de deur, loopt boos achter zijn echtgenote aan en in het verleden heeft hij haar ook fysiek mishandeld en bijvoorbeeld de telefoon kapotgemaakt. Ook heeft betrokkene op de nek van zijn kat gestaan uit frustratie. De echtgenote van betrokkene draagt vrijwel volledige zorg voor hem. Betrokkene is volgens de casemanager niet zelfstandig in staat zich staande te houden. Wanneer de echtgenote kortdurend het huis uit is om boodschappen te doen, wordt betrokkene boos omdat hij vergeten is waar zij naartoe is. Betrokkene wordt meerdere malen per nacht wakker en houdt hierbij zijn echtgenote uit haar slaap. De echtgenote heeft verklaard dat zij alles voor betrokkene moet neerzetten en klaarmaken, waaronder bijvoorbeeld zijn tandenborstel met tandpasta klaarleggen en ook zijn kleding. De echtgenote is constant bezig met de zorg voor betrokkene. Hierdoor is zij overbelast en zij heeft geen tijd om activiteiten voor haarzelf te ondernemen.
2.3.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.4.
De advocaat bepleit namens betrokkene afwijzing. Betrokkene wil thuis blijven wonen. De advocaat stelt dat, gelet op het ziektebeeld en het verloop hiervan, het te verwachten is dat een opname op enig moment zal volgen, maar dat dit niet het moment is.
Uit de stukken blijkt dat betrokkene in november 2023 met ontslag is gegaan nadat hij middels een (voortgezette) inbewaringstelling was opgenomen. Er waren afspraken omtrent de zorg gemaakt en betrokkene zou tevens niet het niveau voor een verpleeghuis hebben gehad, aldus de zorgaanbieder destijds. De casemanager heeft aangegeven dat de afspraken niet zijn nagekomen. Het betrof afspraken over inname van pijnstilling en zelfzorg met behulp van thuiszorg en dagbesteding.
De rechtbank oordeelt dat het altijd lastig te bepalen is wat het juiste moment is. De spanning thuis tussen betrokkene en zijn echtgenote heeft een hoogtepunt bereikt. De echtgenote van betrokkene draagt volledig de zorg en dit is uiterst belastend voor haar, mede gelet op de verbale en fysieke agressie die zich voordoet. Als er langer gewacht wordt, gaat het mis. De rechtbank is van oordeel dat dit voorkomen dient te worden. Een opname kan dit risico wegnemen en een crisissituatie voorkomen. Een opname is momenteel dan ook noodzakelijk. Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.5.
Gebleken is dat betrokkene zich verzet tegen de opname en het verblijf. Betrokkene wil niet worden opgenomen. Hij wil thuis wonen met zijn kat en zijn echtgenote. Tevens weigert betrokkene zorg. Hij weigert zijn pijnstillende medicatie in te nemen, staat geen thuiszorg toe en weigert naar de dagbesteding te gaan. De casemanager heeft verklaard dat er geprobeerd is betrokkene te stimuleren en enthousiasmeren voor onder andere de dagbesteding, en dat hoewel betrokkene hier initieel voor open stond, dit zeer snel is stopgezet omdat het niet verliep zoals betrokkene dat wilde.
2.6.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 september 2024;
3.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 27 maart 2024 mondeling gegeven door mr. S.L. Raphael, rechter, in tegenwoordigheid van A.M.M. Wassenberg, griffier, en op 10 april 2024 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.