ECLI:NL:RBROT:2024:3220
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-aanvraag wegens geen toegenomen beperkingen met dezelfde ziekteoorzaak
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een WIA-uitkering in verband met toegenomen klachten. Het UWV heeft deze aanvraag met het besluit van 5 september 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 16 januari 2024 op het bezwaar van eiser is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep op 15 maart 2024 op zitting behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van het UWV aanwezig waren.
Eiser is in verband met longklachten op 30 september 2019 uitgevallen voor zijn werk als isolatiemonteur. Het UWV heeft vastgesteld dat eiser in aansluiting op de toepasselijke wachttijd meer dan 65% kon verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd, zodat hij met ingang van 27 september 2021 niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering. Eiser heeft op 14 juni 2023 gemeld dat zijn klachten sinds de vorige beoordeling zijn toegenomen, wat leidde tot een medisch onderzoek door het UWV. De verzekeringsarts concludeerde dat er geen sprake was van toegenomen beperkingen met dezelfde ziekteoorzaak.
De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiser geen toegenomen beperkingen heeft die voortkomen uit dezelfde ziekteoorzaak als waarmee hij eerder de wachttijd heeft volgemaakt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een vergoeding van proceskosten.