Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 april 2024 in de zaak tussen
[verzoekster], uit [plaatsnaam 1], verzoekster
Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond, SUWR
[naam 1](
[naam 1]) in [plaatsnaam 2]
Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die in bezwaar is gegaan tegen het besluit van Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond (SUWR) van 8 maart 2024, waarbij haar urgentieverklaring is stopgezet. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 9 april 2024 behandeld, waarbij verzoekster en haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van SUWR, aanwezig waren. De zaak draait om de vraag of verzoekster een spoedeisend belang heeft bij het verzoek, aangezien zij dreigt dakloos te worden door een mogelijke ontruiming door haar huidige verhuurder, [naam 1].
De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende spoedeisend belang is, ondanks dat [naam 1] niet zonder meer tot ontruiming zal overgaan. De voorzieningenrechter wijst het verzoek deels toe en stelt vast dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig tot stand is gekomen, omdat SUWR niet heeft vergewist of het onderzoek naar de stopzetting van de hulpverlening aan verzoekster op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. Hierdoor wordt het bestreden besluit geschorst tot vier weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar, wat betekent dat verzoekster voorlopig met een urgentieverklaring kan reageren op woningen in de regio Schiedam.
Daarnaast wordt SUWR veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan verzoekster, die in totaal € 1.750,- aan proceskosten vergoed krijgt. De uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken op 11 april 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.