Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder parketnummer 10/330681-23 onder 4 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/330681-23 onder 1, 2 voor zover dit de auto’s van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] betreft, 3, 5, 6, 7 en het onder parketnummer 10/290329-23 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 150 dagen met aftrek
4.Waardering van het bewijs
dieweg te nemen
goederenonder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak ;
toebehoordenen
toebehoorde
envoorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
5.Strafbaarheid feiten
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort beschadigen, meermalen gepleegd;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, vernielen;
medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort beschadigen;
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregel
- de niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 6] in zijn vordering omdat de verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken.
- de niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 7] in haar vordering omdat niet duidelijk is of de verdachte de schade aan de scooter heeft toegebracht;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde [slachtoffer 1] met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
- de benadeelde partij [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering omdat de verdachte vrijgesproken dient te worden van het tenlastegelegde feit.
- primair de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering omdat de verdachte vrijgesproken dient te worden van het tenlastegelegde feit.
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
voor de duur van 140 (honderdveertig) dagen;
60 (zestig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 2.754,00 (zegge: zevenentwintighonderdvierenvijftig euro), bestaande uit € 754,00 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 2.754,00(hoofdsom,
zegge: zevenentwintighonderd-vierenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
tenuitvoerleggingvan de voorwaardelijk opgelegde taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 10 uren subsidiair 5 dagen vervangende jeugddetentie, opgelegd bij vonnis van 10 oktober 2023 van de kinderrechter van deze rechtbank in de zaak met parketnummer 10/095646-23.