ECLI:NL:RBROT:2024:3066

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 februari 2024
Publicatiedatum
10 april 2024
Zaaknummer
C/10/673844 / KG RK 24-189
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopig beslagverlof op intellectuele eigendomsrechten in het kader van een doorstart

Op 22 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, mr. N. Doorduijn, een beschikking gegeven in een zaak waarin een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (verzoekster) verlof heeft verzocht om beslag te leggen op octrooi- en merkenrechten van een andere besloten vennootschap (belanghebbende). Dit verzoek is gedaan met het oog op een mogelijke doorstart van de betrokken onderneming. De verzoekster heeft op 16 februari 2024 een verzoekschrift ingediend, waarop de voorzieningenrechter vragen heeft gesteld die door de advocaat van de verzoekster zijn beantwoord. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er summierlijk bewijs is voor de vordering en dat de rechten toebehoren aan de belanghebbende. Tevens is gebleken dat de curator van een dochtervennootschap van de belanghebbende bezig is met een doorstart waarbij de rechten betrokken zullen worden.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voorlopig beslagverlof kan worden verleend. Dit houdt in dat de verzoekster conservatoir beslag mag leggen op de octrooi- en merkenrechten. De voorzieningenrechter heeft daarbij een aantal voorwaarden gesteld, waaronder dat partijen en de curator gehoord moeten worden voordat een definitieve beslissing wordt genomen. De beschikking bevat ook bepalingen over de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak en de uitvoerbaarheid van de beschikking. De vordering van de verzoekster is voorlopig begroot op € 1.718.464,80, inclusief rente en kosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de verzoekster direct gebruik kan maken van het verleende beslagverlof.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/673844 / KG RK 24-189
Beschikking van de voorzieningenrechter van 22 februari 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
verzoekster,
advocaat mr. T. Hekman te Amsterdam,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
belanghebbende,
niet verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als [verzoekster] en [belanghebbende] .

1.De beoordeling

1.1.
[verzoekster] heeft bij verzoekschrift van 16 februari 2024 verlof verzocht om beslag te mogen leggen op de octrooi- en merkenrechten (inclusief octrooiaanvragen) genoemd in het verzoekschrift (hierna: de Rechten). Dezelfde dag heeft de voorzieningenrechter vragen gesteld. Deze zijn bij brief van 16 februari 2024, ontvangen op 21 februari 2024, beantwoord. Telefonisch heeft (een kantoorgenoot van) de advocaat van [verzoekster] op 22 februari 2024 het verband tussen productie 6 en 7 en de omschrijving van de Rechten in het verzoekschrift nader toegelicht.
1.2.
Uit de overgelegde stukken blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter summierlijk het bestaan van de vordering genoemd in het verzoekschrift en dat de Rechten toebehoren aan [belanghebbende] . Uit de stukken blijkt verder dat de curator (hierna: de curator) van [naam VOF] , een dochtervennootschap van [belanghebbende] , bezig is met een doorstart waarbij het kennelijk de bedoeling is dat de Rechten worden betrokken.
1.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat voorlopig verlof kan worden verleend voor de beslaglegging. Partijen en de curator zullen nader gehoord worden om de proportionaliteit en subsidiariteit van de beslaglegging te kunnen beoordelen, dit in het licht van de kennelijk beoogde doorstart en het feit dat [verzoekster] goederen onder eigendomsvoorbehoud heeft geleverd aan [belanghebbende] .

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
( a) begroot de vordering van [verzoekster] op [belanghebbende] vooralsnog op € 1.718.464,80, inclusief rente en kosten;
( b) verleent
voorlopigverlof tot het leggen van conservatoir beslag op de Rechten;
( c) bepaalt dat het beslag op
vrijdag 15 maart 2024 om 12.00 uurvervalt, tenzij voor dat tijdstip:
- een beschikking die strekt tot verlening van definitief verlof is betekend aan [belanghebbende] , en
- (ten aanzien van de octrooirechten) een proces-verbaal van definitieve beslaglegging is ingeschreven in het octrooiregister;
( d) bepaalt dat [verzoekster] , [belanghebbende] en de curator zullen worden gehoord door de voorzieningenrechter voordat een definitieve beslissing wordt genomen;
( e) bepaalt dat [verzoekster] onverwijld na beslaglegging de verhinderdata van partijen en de curator tot 13 maart 2024 moet doorgeven voor het plannen van het onder (d) bedoelde verhoor;
( f) bepaalt dat het sub (b) genoemde verlof alleen gelding heeft indien de sub (c) en (d) genoemde bepalingen in het proces-verbaal van beslaglegging wordt opgenomen;
( g) bepaalt dat de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak op 4 weken na voorlopige beslaglegging;
( h) verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
( i) houdt alle overige beslissingen aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. N. Doorduijn op 22 februari 2024.
1876