ECLI:NL:RBROT:2024:301

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 januari 2024
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
670929
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de jeugdzorg

Op 2 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, M.P.G. Rietbergen, een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren in 2008. De kinderrechter heeft de ouders, de Raad en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering gehoord tijdens een mondelinge behandeling die op dezelfde dag plaatsvond. De Raad verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van drie maanden, omdat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] ernstig wordt bedreigd door een verstoorde relatie met haar ouders en haar onveilige situatie in de crisisopvang De Opper.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige01] zich onttrekt aan het ouderlijk gezag en dat er zorgen zijn over haar veiligheid, mede door haar gedrag in de opvang. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend tot 21 maart 2024, met de noodzaak om een passende plek voor [voornaam minderjarige01] te vinden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De ouders hebben ingestemd met de voorlopige ondertoezichtstelling, maar hebben verzocht om een kortere duur voor de machtiging tot uithuisplaatsing.

De kinderrechter heeft in haar beoordeling benadrukt dat de veiligheid van [voornaam minderjarige01] voorop staat en dat er snel actie ondernomen moet worden om haar in een geschikte omgeving te plaatsen waar zij de nodige hulp kan krijgen. De Raad en de GI zijn verantwoordelijk voor het vinden van een passende plek voor de minderjarige, waarbij de kinderrechter erop vertrouwt dat zij hun uiterste best doen om dit te realiseren.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/670929 / JE RK 23-2936
datum uitspraak: 2 januari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de Raad,
betreffende
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder01],
hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. R.A.A.H. van Leur te Dordrecht,
[vader01],
hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. R.A.A.H. van Leur te Dordrecht.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 21 december 2023, met de daaraan ten grondslag liggende stukken.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 2 januari 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de ouders, bijgestaan door hun advocaat;
- een vertegenwoordigster van de Raad, mevr. [naam02] ;
- twee vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna de GI) mevr. [naam03] en mevr. [naam04] .
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige01] voorafgaand aan de zitting naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige01] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige01] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] .
2.2.
[voornaam minderjarige01] verblijft op dit moment bij crisisopvang de Opper.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 21 december 2023 [voornaam minderjarige01] voorlopig onder toezicht gesteld tot 21 maart 2024.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft voorts bij beschikking van 21 december 2023 een machtiging verleend [voornaam minderjarige01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 18 januari 2024, waarbij het verzoek voor het overige is aangehouden tot deze zitting.

3.Het aangehouden verzoek

De Raad verzoekt de voorlopige ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] voor de duur van drie maanden. Tevens verzoekt de Raad een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van drie maanden. De Raad verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Van dit verzoek rest thans alleen nog een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van ongeveer twee maanden en de belanghebbenden en [voornaam minderjarige01] dienen nog gehoord te worden op het verzoek.

4.De standpunten

4.1.
De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd. [voornaam minderjarige01] heeft een ernstig verstoorde relatie met haar ouders. Het is van belang dat er onderzocht wordt hoe het zo ver heeft kunnen komen en wat er nodig is om het weer goed te krijgen. De verhalen van [voornaam minderjarige01] en de ouders verschillen sterk. De Opper is echter niet de juiste plek voor [voornaam minderjarige01] .
4.2.
De GI heeft zich tijdens de mondelinge behandeling aangesloten bij het verzoek van de Raad en daar het volgende aan toegevoegd. [voornaam minderjarige01] wil op dit moment niet terug naar haar ouders en voor alle drie is dit ook geen houdbare situatie. Het perspectief van [voornaam minderjarige01] ligt ook niet bij De Opper. Zij is hier al een aantal keer weggelopen en zij heeft hier de boel al een aantal keer op stelten gezet. Er zal onderzocht worden welke plek het meest passend is voor [voornaam minderjarige01] en waar zij de voor haar juiste hulpverlening kan krijgen. Op dit moment is zij nog niet aangemeld voor een gesloten accommodatie, maar dit zal blijvend worden overwogen. Er waren afspraken gemaakt met [voornaam minderjarige01] , maar die zijn alweer van tafel. Een plek bij Pluryn of Koraal zou het meest passend zijn voor [voornaam minderjarige01] , maar hier zijn geen crisisplekken beschikbaar. De GI is hard op zoek naar een passende plek voor [voornaam minderjarige01] en de GI is voornemens om haar op veel plekken in te schrijven, regionaal maar ook buitenregionaal.
4.3.
Namens en door de ouders is aangegeven dat zij veel van [voornaam minderjarige01] houden en dat zij zich veel zorgen om haar maken. [voornaam minderjarige01] haar hoofd zit vol en het is van belang dat zij psychisch wordt onderzocht. De Opper is niet de juiste plek voor [voornaam minderjarige01] . Dit is een crisisplek en zij is hier veelvuldig weggelopen. Laatst is zij weggelopen en met de trein naar haar verslaafde vriendin vertrokken. [voornaam minderjarige01] bevindt zich in een neerwaartse spiraal, zolang zij op deze plek verblijft. De ouders hebben ingestemd met het verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling, maar met betrekking tot het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing is verzocht het verzoek voor kortere duur te verlenen en het verzoek voor het overige aan te houden. De ouders zouden graag willen zien dat er met meer spoed wordt gezocht naar een passende plek voor [voornaam minderjarige01] . Een plek waar zij hulp kan krijgen en waar haar veiligheid gewaarborgd kan worden.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek).
5.2.
De kinderrechter overweegt hiertoe dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] ernstig wordt bedreigd. [voornaam minderjarige01] onttrekt zich aan het ouderlijk gezag en loopt veelvuldig weg, waarbij er zorgen zijn over middelengebruik en onbeschermde (gedwongen) seks. De conflicten tussen [voornaam minderjarige01] en haar ouders zijn dusdanig ernstig dat er zorgen zijn over de veiligheid van zowel [voornaam minderjarige01] als de ouders.
5.3.
Sinds [voornaam minderjarige01] in crisisopvang De Opper verblijft is gebleken dat zij hier veelvuldig de boel op stelten zet en wegloopt, waardoor haar veiligheid onvoldoende gewaarborgd kan worden. De kinderrechter gaat er vanuit dat de GI haar uiterste best doet om zo spoedig mogelijk de meest passende plek voor [voornaam minderjarige01] te vinden, gelet op de toezegging van de GI ter zitting [voornaam minderjarige01] op zoveel mogelijk plekken aan te melden, zowel regionaal als buitenregionaal. De kinderrechter zal de machtiging tot uithuisplaatsing voor de verzochte duur verlenen, omdat een tussentijdse toets gelet op vorenstaande niet in de rede ligt.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 21 maart 2024;
6.2.
handhaaft de voorlopige ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] ;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 januari 2024 door mr. M.P.G. Rietbergen, kinderrechter, in aanwezigheid van J.A. van Soest als griffier, en op schrift gesteld op 10 januari 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.