Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
regio Rotterdam-Dordrecht,
Rechtbank Rotterdam
Op 2 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, M.P.G. Rietbergen, een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren in 2008. De kinderrechter heeft de ouders, de Raad en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering gehoord tijdens een mondelinge behandeling die op dezelfde dag plaatsvond. De Raad verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van drie maanden, omdat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] ernstig wordt bedreigd door een verstoorde relatie met haar ouders en haar onveilige situatie in de crisisopvang De Opper.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige01] zich onttrekt aan het ouderlijk gezag en dat er zorgen zijn over haar veiligheid, mede door haar gedrag in de opvang. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend tot 21 maart 2024, met de noodzaak om een passende plek voor [voornaam minderjarige01] te vinden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De ouders hebben ingestemd met de voorlopige ondertoezichtstelling, maar hebben verzocht om een kortere duur voor de machtiging tot uithuisplaatsing.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling benadrukt dat de veiligheid van [voornaam minderjarige01] voorop staat en dat er snel actie ondernomen moet worden om haar in een geschikte omgeving te plaatsen waar zij de nodige hulp kan krijgen. De Raad en de GI zijn verantwoordelijk voor het vinden van een passende plek voor de minderjarige, waarbij de kinderrechter erop vertrouwt dat zij hun uiterste best doen om dit te realiseren.