Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
mr. N.E. Moerkerken als griffiers, en op schrift gesteld op 22 januari 2024.
Rechtbank Rotterdam
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 18 januari 2024, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, aangeduid als [kind01], geboren in 2009. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die als voogd is aangesteld na beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder in 2019. De kinderrechter heeft de procedure op 18 januari 2024 behandeld, waarbij de moeder, de minderjarige en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft de minderjarige naar haar mening gevraagd en de aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [kind01] in een gesloten accommodatie verblijft en dat er eerder een machtiging was verleend voor opname in een gesloten jeugdhulpinstelling. De GI verzoekt om verlenging van deze machtiging voor een periode van zes maanden, omdat [kind01] recentelijk weer weggelopen is en er zorgen zijn over haar ontwikkeling en veiligheid. De advocaat van [kind01] heeft aangegeven dat zij zich bij het verzoek neerlegt, maar benadrukt het belang van perspectief voor de minderjarige.
De kinderrechter oordeelt dat de verlenging van de jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [kind01] belemmeren. De kinderrechter concludeert dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen aan te pakken en verleent daarom de gevraagde machtiging voor gesloten jeugdhulp, die ingaat op 3 februari 2024 en loopt tot 3 augustus 2024. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.