Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, alsmede oplegging van een geldboete van € 800.000,-, te vervangen door 365 dagen hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
e-mailwisselingen tussen mevrouw [persoon A] en de verdachte. Al na de eerste ingediende kwartaalaangifte ten behoeve van de beperkt fiscale vertegenwoordiging van een Spaanse onderneming zijn er door mevrouw [persoon A] vragen gesteld aan de belastingdienst. Haar bevindingen – dat [naam bedrijf 1] moet bewijzen dat de goederen daadwerkelijk zijn geleverd aan de Spaanse onderneming – heeft zij per mail aan de verdachte verzonden. Als reactie hierop startte [naam bedrijf 1] met het opstellen van zogenaamde verwervingsbrieven, die moesten bewijzen dat de goederen bij de Spaanse onderneming zijn afgeleverd. Dit is opvallend, nu de verdachte wist dat de Chinese goederen nooit aan de Portugese en Spaanse vennootschappen werden geleverd. Door mevrouw [persoon A] zijn de twijfels over de werkwijze als beperkt fiscaal vertegenwoordiger met de verdachte gecommuniceerd en al in november 2015 werd er gesproken over het verleggen van de werkzaamheden naar [naam bedrijf 2] vanwege de vele risico’s die er kleefden aan de fiscale vertegenwoordiging. De verdachte had mailcontact met [naam bedrijf 1] Spanje en mevrouw [persoon A] , waarin het ging om aanvullende informatie over alle toekomstige leveringen. Mevrouw [persoon A] stuurde de verdachte een concept waarin was opgenomen dat de vertegenwoordigde ondernemingen niet in alle gevallen onderdeel waren van de handelsketen. De verdachte wist dat betrokkenheid van de vertegenwoordigde ondernemingen in de handelsketen nodig was.
debij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingediende aangiften omzetbelasting over genoemde aangiftetijdvakken
debij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingediende aangiftes omzetbelasting over genoemde aangiftetijdvakken
5.Strafbaarheid feiten
1. plegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
2. plegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar, alsmede tot een
geldboete van € 800.000,- (achthonderdduizend euro),bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door
365 dagen hechtenis;
groot 1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;