Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 september 2023, met bijlagen;
- de akte overleggen producties en aanvulling eis van [persoon A] , met bijlagen;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak gaat het om de ontruiming van een woonwagenstandplaats in Dordrecht, die door de vader van eiser, [persoon C], werd gehuurd. Na het overlijden van [persoon C] op 20 maart 2023, heeft eiser, [persoon A], geprobeerd de huur voort te zetten. De gemeente Dordrecht, als verhuurder, heeft echter betoogd dat [persoon A] geen recht heeft op voortzetting van de huur, omdat hij geen voorzettende huurder is volgens artikel 7:268 BW en ook niet als eerste rechthebbende kan worden aangemerkt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [persoon A] niet voldoet aan de voorwaarden om als eerste rechthebbende te worden aangemerkt, omdat hij niet bovenaan de wachtlijst staat voor woonwagenstandplaatsen en onvoldoende bewijs heeft geleverd dat andere bewoners afstand hebben gedaan van hun rechten. De vordering van de gemeente om [persoon A] te veroordelen tot ontruiming van de woonwagenstandplaats is toegewezen, evenals de vordering tot betaling van openstaande huurverplichtingen. De kantonrechter heeft [persoon A] veroordeeld om de woonwagenstandplaats binnen 30 dagen te ontruimen en de openstaande huur te betalen vanaf juni 2023 tot het moment van ontruiming. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van [persoon A].