Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde en het onder 1 ten laste gelegde medeplegen;
- bewezenverklaring van het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 28 februari 2024.
4.Waardering van het bewijs
wapensvan categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten ploertendoders, voorhanden heeft gehad in een woning aan de [adres 1] te ’s-Gravenhage;
5.Strafbaarheid feiten
4. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 360 (driehonderdzestig) dagen;
groot 282 (tweehonderdtweeëntachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;