In deze zaak heeft [persoon A] een rechtszaak aangespannen tegen MKR Gevelelementen B.V. wegens tekortkomingen in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst voor een dakopbouw. De overeenkomst, die op 5 februari 2020 werd gesloten, omvatte een aanneemsom van € 52.511,18. [persoon A] heeft MKR gesommeerd om het werk tijdig op te leveren, maar MKR heeft hieraan geen gevolg gegeven. Na een aantal incidenten en een deskundigenonderzoek, dat diverse gebreken aan het werk vaststelde, vorderde [persoon A] vervangende schadevergoeding van in totaal € 32.909,84, plus bijkomende kosten. MKR voerde verweer en vorderde in reconventie betaling van haar eindnota en meerwerk. De rechtbank oordeelde dat MKR in verzuim was geraakt en dat [persoon A] recht had op schadevergoeding voor de niet uitgevoerde werkzaamheden en herstel van gebreken. De rechtbank kende [persoon A] een schadevergoeding toe van € 9.191,32, vermeerderd met wettelijke rente, en wees de vordering van MKR in reconventie gedeeltelijk toe. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.