In de zaak met parketnummer 71/151681-22 heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 maart 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die op 1 februari 2022 in Rotterdam werd aangehouden. De verdachte werd beschuldigd van witwassen en het voorhanden hebben van kogelpatronen. Tijdens de zitting op 23 februari 2023 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd voor het eerste ten laste gelegde feit en bewezenverklaring van het tweede feit, met een eis tot een geldboete van € 170,-. De rechtbank oordeelde dat het witwassen niet wettig en overtuigend kon worden bewezen, en sprak de verdachte daarvan vrij. Echter, de rechtbank achtte het voorhanden hebben van 64 kogelpatronen wel bewezen, op basis van de verklaring van de verdachte en het forensisch bewijs. De verdachte had wetenschap van en beschikkingsmacht over de aangetroffen munitie. Ondanks de bewezenverklaring, besloot de rechtbank geen straf of maatregel op te leggen, gezien de geringe ernst van het feit en de reeds verstreken tijd sinds het delict. De verdachte werd schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.