Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- mr. D.A. IJpelaar, werkzaam bij JAW Advocaten (hierna: advocaat).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak hebben verzoekers op 23 januari 2024 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw) voor een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft op 1 maart 2024 uitspraak gedaan. Verzoekers, een echtpaar, hebben aangegeven dat de inkomsten van verzoeker, die als zelfstandige werkt, voldoende zijn om de lopende huurbetalingen te voldoen. De huurachterstand was opgelopen, maar verzoeker heeft recentelijk huurbetalingen gedaan en is bezig met een schuldhulpverleningstraject via Zuidweg en Partners. Verweerster, stichting Woonstad Rotterdam, heeft zich verzet tegen het verzoek, omdat er eerder al ontruimingen zijn aangekondigd en de huurachterstand is toegenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie voor verzoekers, aangezien er een vonnis tot ontruiming was. De rechtbank heeft de belangen van verzoekers zwaarder laten wegen dan die van verweerster, en heeft de voorlopige voorziening toegewezen voor de duur van zes maanden, mits de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar zij kunnen in de toekomst een nieuw verzoek indienen.