4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Ten aanzien van de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft de rechtbank in bijlage III een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij in de periode van 23 februari 2020 tot en met 8 september 2021 te
Maastricht en Den Haag en Zwolle en Vlaardingen en Barendrecht
en Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen van meerdere geldbedragen, te weten:
- een geldbedrag van € 1.000.000 (ontvangen 23 februari 2020);
- een geldbedrag van € 500.000 (ontvangen op 9 mei 2020);
- een geldbedrag van € 500.000 (afgegeven op 4 juni 2020);
- een geldbedrag van € 128.000 (ontvangen op 16 juli 2020);
- een geldbedrag van € 351.940 (ontvangen op 20 november 2020);
- een geldbedrag van € 836.790 (afgegeven op 8 september 2021)
sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats heeft verhuld, dan wel
- heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op die
geldbedragen was/waren, en
- heeft verhuld wie die geldbedragen voorhanden had(den)
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen
en
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) wist(en) dat die geldbedragen -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf
en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
2
hij
inde periode van 1 januari 2018 tot en met 1 februari 2022 te
Rotterdam en Den Haag,
tezamen en in vereniging met een andere,
van meerdere geldbedragen, te weten:
- een geldbedrag van € 78.700 (aangetroffen in kluis [nummer 2]);
- een geldbedrag van € 52.000 (aangetroffen in kluis met kluisnr [nummer 3]);
- een geldbedrag van € 9.075 (aangetroffen in woning [adres]);
- een geldbedrag van € 16.685 (contant gestort op een rekeningnummer t.n.v. [verdachte])
en
van diverse luxegoederen, te weten :
- contante aankopen met een totaalbedrag van ongeveer
€14.098,98;
- contante aankopen met een totaalbedrag van ongeveer € 8334,53,
- contante aankopen bij Louis Vuitton met een totaalbedrag van ongeveer € 5510 ,
sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats heeft verhuld, dan wel
- heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op die
geldbedragen was/waren, en/of
en
sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad
terwijl hij, verdachte, wist dat die geldbedragen -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf.
3
hij op 1 februari 2022 te Rotterdam, een wapen, van categorie I, onder 3° te weten een boksbeugel voorhanden heeft gehad .
4
hij op 1 februari 2022 te Rotterdam, munitie van
categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 64 stuks kogelpatronen van
het kaliber 7, 62x51mm voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.