ECLI:NL:RBROT:2024:2909

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 maart 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
10/306196-23 en 10/200190-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor een ontploffing en diefstal met valse sleutels

Op 13 maart 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde zaken met parketnummers 10/306196-23 en 10/200190-23. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van voorbereidingshandelingen om een ontploffing teweeg te brengen, diefstal met valse sleutels, meermalen gepleegd, poging tot diefstal in vereniging en diefstal van een fiets. De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van het in vereniging plegen van de diefstal met valse sleutels en de diefstal van een fiets. De rechtbank heeft een gevangenisstraf opgelegd van 10 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en bijzondere voorwaarden. De feiten zijn gepleegd in de periode van juli tot november 2023, waarbij de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen en voorbereidingshandelingen voor een ontploffing. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft een strafblad en is eerder veroordeeld voor diefstal van een voertuig. De reclassering heeft een rapport opgesteld waarin wordt gewezen op de maatschappelijke instabiliteit van de verdachte en het risico op recidive. De rechtbank heeft besloten tot een hogere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist, mede vanwege de ernst van de feiten en de impact op de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/306196-23 en 10/200190-23 (gev. ttz)
Datum uitspraak: 13 maart 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres 1],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres],
raadsman mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 februari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen van parketnummers 10/306196-23 en 10/200190-23. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. Aandewiel heeft gevorderd:
  • partiële vrijspraak van het onder feit 3 primair ten laste gelegde ‘in vereniging plegen’ onder parketnummer 10/200190-23;
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde onder parketnummer 10/306196-23 en het onder 1, onder 2 primair en het onder 3 primair ten laste gelegde onder parketnummer 10/200190-23;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het over de verdachte opgestelde reclasseringsrapport van 20 december 2023.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het primair ten laste gelegde onder parketnummer 10/306196-23 en het onder 1, onder 2 primair en het onder 3 primair ten laste gelegde onder parketnummer 10/200190-23 is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/306196-23 en het onder 1, 2 (primair) en 3 (primair) ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/200190-23 heeft begaan op die wijze dat:
Parketnummer 10/306196-23
hij op 18 november 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, ter voorbereiding van het te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het teweegbrengen van een ontploffing (hetgeen een misdrijf genoemd in artikel 157 ahf/sub 1 en ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht oplevert), opzettelijk voorwerpen, te weten;
- drie stuks (knal)vuurwerk (Super Cobra 6) en
- een rol tape en
- een of meerdere telefoon(s),
bestemd tot het begaan van dat misdrijfvoorhanden heeft gehad;
Parketnummer 10/200190-23
1.
hij op 11 juli 2023 te Rotterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, meermalen, heeft weggenomen een geldbedrag tot – in totaal – 222,50 Euro, toebehorende aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], waarbij verdachte telkens het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een (valselijk gekregen) pincode of gebruikte betaalpas, die hij, verdachte , niet gerechtigd
waste gebruiken;
2.
hij op 9 augustus 2023 te [plaatsnaam], tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader
- de poort geopend van de achtertuin van de woning gelegen aan [adres 2] en
- op de uitkijk gestaan en
- door het glas van de schuurdeur gekeken en
- aan de deurklink van de schuurdeur gevoeld
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 9 augustus 2023 te [plaatsnaam], een fiets (Cube Pro 1), die aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] en/of aan [slachtoffer 4], heeft weggenomen met het oogmerk om zich het wederrechtelijk voordeel toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd.
De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/306196-23
primair:
medeplegen van voorbereiding van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen;
Parketnummer 10/200190-23
feit 1:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
feit 2 primair:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 3 primair:
diefstal.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op 11 juli 2023 schuldig gemaakt aan diefstal van meerdere geldbedragen door telkens te betalen/pinnen met de bankpassen van de slachtoffers. Vervolgens heeft hij zich op 9 augustus 2023 schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot diefstal. Tot een geslaagde uitvoering van de diefstal is het niet gekomen, omdat de schuurdeur van het slachtoffer was afgesloten. Nadat de politie ter plaatse was gekomen en vervolgens de verdachte verderop had aangetroffen, bleek deze in het bezit te zijn van een fiets die hij diezelfde nacht had gestolen.
Diefstallen zijn hinderlijke feiten die doorgaans overlast en schade opleveren voor de slachtoffers. De verdachte heeft met zijn handelen getoond dat hij geen respect heeft voor andermans spullen en dat hij slechts oog heeft gehad voor zijn eigen (financiële) gewin. De rechtbank neemt dit de verdachte kwalijk.
Daarnaast heeft de verdachte zich op 18 november 2023 schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor het medeplegen van een ontploffing bij een woning, door drie cobra’s en tape voorhanden te hebben.
Een dergelijke ontploffing kan ernstig letsel of erger veroorzaken en grote schade aanrichten. Nederland, en met name Rotterdam en omgeving, wordt al langere tijd geteisterd wordt door een golf aan explosies met alle ingrijpende gevolgen van dien. In geval van een woning, waarin vaak ook mensen verblijven die met een onderliggend conflict achter de explosie niets te maken hebben, bezorgt dat zowel hen als andere buurtbewoners veel angst en een gevoel van onveiligheid. Vaak worden bewoners door tijdelijke sluiting van hun woning gedwongen elders verblijf te zoeken. Daarnaast vormen zulke explosies een extra belasting voor de politie, vanwege het noodzakelijke onderzoek dat daarna nodig is en de extra surveillance voor de veiligheid in de buurt. De verdachte heeft zich daardoor echter niet laten weerhouden en dat valt hem zeer te verwijten.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 januari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor diefstal van een voertuig.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt in de zaak onder parketnummer 10/306196-23, daterend van 20 december 2023. Dit rapport houdt samengevat het volgende in.
Uit het onderzoek van de reclassering komt naar voren dat het bij de verdachte op verschillende leefgebieden ontbreekt aan maatschappelijke stabiliteit. De verdachte heeft geen vaste verblijfplaats, geen structurele dagbesteding, een beperkt inkomen en schulden. Hij heeft hiervoor zelf hulp ingeschakeld en wordt ambulant begeleid bij het regelen van praktische zaken. Gelet op de aard van het ten laste gelegde delict liggen volgens de reclassering mogelijke risico verhogende factoren in de leefgebieden: financiën, sociaal netwerk en het psychosociaal functioneren. Bij laatstgenoemde dient volgens de reclassering gedacht te worden aan het maken van verkeerde keuzes en het onvoldoende nadenken over het handelen van de verdachte en de gevolgen daarvan. De verdachte heeft bij de reclassering verklaard dat hij het feit heeft gepleegd voor het geld en dat hij niet onder druk is gezet. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. De reclassering adviseert het volwassenenstrafrecht toe te passen. Bij een veroordeling wordt door de reclassering daarnaast een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd: een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, begeleid wonen, een inspanningsverplichting tot het vinden en behouden van betaald werk en/of een opleiding, het meewerken aan schuldhulpverlening en het meewerken aan de begeleiding vanuit Jan Arends voor de hulp bij praktische zaken.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De ernst van de feiten maakt dat de rechtbank een hogere gevangenisstraf zal opleggen dan door de officier van justitie is geëist. Met name het gemak waarmee de verdachte zich heeft ingelaten in het zetten van een cobra baart de rechtbank zorgen. Dit komt tot uiting in een hogere voorwaardelijke gevangenisstraf dan geëist is door de officier van justitie. Hiermee beoogt de rechtbank de verdachte te bewegen om zich in de toekomst van dergelijke onbezonnen acties te weerhouden. Daarnaast is een hogere voorwaardelijke gevangenisstraf nodig om de verdachte meer reden te geven zich goed aan de bijzondere voorwaarden te houden.
De rechtbank zal een deel van de voorgenomen gevangenisstraf dus in voorwaardelijke vorm opleggen met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 46, 47, 57, 157, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder parketnummers 10/306196-23 en 10/200190-23 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
5 (vijf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich, gedurende de proeftijd, zodra hij hiervoor wordt uitgenodigd, melden bij Reclassering Nederland, op het adres Marconistraat 2 te Rotterdam, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling dat noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal meewerken aan diagnostiek en zich, indien de reclassering dat nodig acht, onder ambulante behandeling stellen van Fivoor, De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
de veroordeelde zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
de veroordeelde zal zich inspannen voor het vinden en behouden van dagbesteding in de zin van betaald werk en/of een opleiding. Indien de reclassering het nodig acht, zal daarvoor hulp worden ingeroepen van een daartoe door de reclassering aangewezen organisatie. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen van die organisatie;
de veroordeelde zal meewerken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering zo nodig inzicht in zijn financiën en schulden;
de veroordeelde zal, gedurende de proeftijd, mee blijven werken aan de begeleiding vanuit Jan Arends voor hulp bij praktische zaken, zoals wonen, financiën en dagbesteding;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P. Hameete, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en A.B. Baumgarten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.M. van der Vleuten, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/306196-23
primair
hij op of omstreeks 18 november 2023 te Rotterdam,in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het teweegbrengen van een ontploffing (hetgeen een misdrijf genoemd in artikel 157 ahf/sub 1 en ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht oplevert), althans een ander te plegen misdrijf waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk (een) voorwerp(en), (een) stof(fen), (een) informatiedrager(s), (een) ruimte(n) en/of (een) vervoermiddel(en) bestemd tot het in vereniging, althans alleen, begaan van genoemd misdrijf, te weten;
- drie stuks (knal)vuurwerk (Super Cobra 6) en/of
- een rol tape en/of
- een of meerdere telefoon(s),
kennelijk bestemd tot het in vereniging, althans alleen, begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
subsidiair
hij op of omstreeks 18 november 2023 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in een motorrijtuig) opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten drie Super Cobra‘s 6, voorhanden heeft gehad;
Parketnummer 10/200190-23
1.
Diefstal valse sleutel (pinnen met gestolen pinpas)
hij, op of omstreeks 11 juli 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, meermalen, althans eenmaal, heeft weggenomen een geldbedrag tot – in totaal – 222,50 Euro, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 2], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 2], in elk geval toebehorende aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte telkens het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een (valselijk gekregen) pincode of gebruikte betaalpas , die hij, verdachte en/of zijn mededader(s), niet gerechtigd waren te gebruiken en/of;
2.
primair
Poging braak in schuur op woonerf
hij, op of omstreeks 9 augustus 2023 te [plaatsnaam], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- de poort geopend van de achtertuin van de woning gelegen aan [adres 2] en/of
- op de uitkijk gestaan en/of
- door het glas van de schuurdeur gekeken en/of
- aan de deurklink van de schuurdeur gevoeld en/of
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
Erfvredebreuk
hij, op of omstreeks 9 augustus 2023 te [plaatsnaam], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, het besloten erf aan [adres 2], bij een ander, te weten bij [slachtoffer 6] en zijn gezinsleden, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte en/of zijn mededader(s) in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen;
3.
primair
Diefstal van fiets
hij, op of omstreeks 9 augustus 2023 te [plaatsnaam], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een fiets (Cube Pro 1), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] en/of aan [slachtoffer 4] , in elk geval toebehorende aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om zich het wederrechtelijk voordeel toe te eigenen;
subsidiair
Witwassen
hij, op of omstreeks 9 augustus 2023 te [plaatsnaam], althans in Nederland, een voorwerp (fiets, cube Pro 1), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of daarvan de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verhuld, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf.