4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/306196-23 en het onder 1, 2 (primair) en 3 (primair) ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/200190-23 heeft begaan op die wijze dat:
Parketnummer 10/306196-23
hij op 18 november 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, ter voorbereiding van het te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het teweegbrengen van een ontploffing (hetgeen een misdrijf genoemd in artikel 157 ahf/sub 1 en ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht oplevert), opzettelijk voorwerpen, te weten;
- drie stuks (knal)vuurwerk (Super Cobra 6) en
- een rol tape en
- een of meerdere telefoon(s),
bestemd tot het begaan van dat misdrijfvoorhanden heeft gehad;
Parketnummer 10/200190-23
1.
hij op 11 juli 2023 te Rotterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, meermalen, heeft weggenomen een geldbedrag tot – in totaal – 222,50 Euro, toebehorende aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], waarbij verdachte telkens het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een (valselijk gekregen) pincode of gebruikte betaalpas, die hij, verdachte , niet gerechtigd
waste gebruiken;
2.
hij op 9 augustus 2023 te [plaatsnaam], tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader
- de poort geopend van de achtertuin van de woning gelegen aan [adres 2] en
- op de uitkijk gestaan en
- door het glas van de schuurdeur gekeken en
- aan de deurklink van de schuurdeur gevoeld
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 9 augustus 2023 te [plaatsnaam], een fiets (Cube Pro 1), die aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] en/of aan [slachtoffer 4], heeft weggenomen met het oogmerk om zich het wederrechtelijk voordeel toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd.
De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.