Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
- [naam kind 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2008, en
- [naam kind 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2011.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie. De vader, die sinds 12 augustus 2020 gedetineerd is, verzocht om de kinderalimentatie, vastgesteld op € 66,- per kind per maand, te wijzigen in nihil. Hij stelde dat de bijdrage met grove miskenning van de wettelijke maatstaven was vastgesteld, omdat de rechtbank geen rekening had gehouden met zijn schulden en kosten. De moeder, die alleen het ouderlijk gezag over de kinderen uitoefent, verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat de vader niet-ontvankelijk moet worden verklaard of dat het verzoek moet worden afgewezen. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 januari 2024 zijn beide partijen gehoord.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen grond is voor wijziging van de vastgestelde kinderalimentatie. De vader heeft niet aangetoond dat zijn financiële situatie zodanig is veranderd dat hij niet meer in staat is om de alimentatie te betalen. De rechtbank concludeert dat de kinderalimentatie van aanvang af aan voldoet aan de wettelijke maatstaven. De vader heeft niet voldoende bewijs geleverd van zijn schuldenlast en heeft niet aangetoond dat hij volledig op zijn vermogen heeft ingeteerd. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat de vader een aanzienlijk bedrag uit de verdeling van de huwelijksgemeenschap heeft ontvangen, waaruit hij in staat moet zijn om de alimentatie te betalen.
De rechtbank wijst het verzoek van de vader af en bepaalt dat beide partijen hun eigen proceskosten moeten dragen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.