ECLI:NL:RBROT:2024:2777
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing huurachterstand en ontruiming in kort geding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2024, is een kort geding aanhangig gemaakt door eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Karacelik, tegen gedaagden [gedaagde 1] en [gedaagde 2], die niet zijn verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 12 maart 2024, en op 20 maart 2024 vond een zitting plaats waarbij alleen eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. Gedaagden zijn verstek verleend.
Eiser heeft in het kort geding een vordering ingediend voor betaling van huurachterstand en ontruiming van de woning. Tijdens de mondelinge behandeling heeft eiser de vordering tot betaling van de waarborgsom ingetrokken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er spoed aanwezig is voor de eis in kort geding, en heeft de verminderde eis toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond is. De gevorderde machtiging voor ontruiming met behulp van de sterke arm is afgewezen, omdat de deurwaarder deze hulp zonder rechterlijke tussenkomst kan inroepen.
De kantonrechter heeft de toekomstige huur vanaf april 2024 toegewezen en gedaagden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 1.063,46. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat gedaagden binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de woning moeten ontruimen. De totale huurachterstand en bijkomende kosten zijn vastgesteld, en de wettelijke rente is toegewezen. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.B. Smits.