Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsrapport van 13 maart 2024, met dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
10 (tien) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- gelast de teruggave aan verdachte van: € 500,-;
€ 25.748,72 (zegge: vijfentwintigduizend zevenhonderdachtenveertig euro en tweeënzeventig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 25.748,72 (hoofdsom, zegge: vijfentwintigduizend zevenhonderdachtenveertig euro en tweeënzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
163 dagen;