ECLI:NL:RBROT:2024:2704

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
2 april 2024
Zaaknummer
10/331826-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van ontploffing en bedreiging met zware mishandeling

Op 2 april 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een ontploffing bij de woning van een loodgieter in Vlaardingen. De verdachte, die als chauffeur fungeerde, werd veroordeeld voor het medeplegen van het teweegbrengen van een ontploffing, het beschadigen van de woning en bedreiging van de bewoners. De ontploffing vond plaats in de nacht van 12 december 2023, waarbij aanzienlijke schade aan de woning werd veroorzaakt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met medeverdachten afspraken had gemaakt over de uitvoering van de ontploffing en dat hij opzettelijk handelde. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Daarnaast werd een schadevergoeding van € 25.748,72 toegewezen aan de benadeelde partij, die rechtstreeks schade had geleden door de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank weegt de ernst van de feiten zwaar, maar houdt ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De uitspraak benadrukt de ernstige impact van dergelijke misdrijven op de slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/331826-23
Datum uitspraak: 2 april 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te op ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres]
,
raadsvrouw mr. , advocaat te .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 maart 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. L. Verhoeven heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsrapport van 13 maart 2024, met dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering feiten 1 primair, 2 primair en 3 primair
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdachte moet worden vrijgesproken van het primair onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde, omdat de betrokkenheid van de verdachte bij het teweegbrengen van de ontploffing niet is bewezen. Subsidiair is aangevoerd dat niet is bewezen dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet had op het teweegbrengen van de ontploffing. Ook is er geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking met mededaders noch van een intellectuele of materiële bijdrage van de verdachte van voldoende gewicht. De verdachte moet ook worden vrijgesproken van de subsidiair onder 1, 2, en 3 ten laste gelegde medeplichtigheid, omdat ook globaal opzet op het teweegbrengen van de ontploffing niet kan worden bewezen.
4.1.2.
Beoordeling
Vaststaande feiten
In de nacht van 12 december 2023 vond kort na middernacht een ontploffing plaats bij een woning aan [adres 2] . Uit onderzoek is gebleken dat deze ontploffing is veroorzaakt door een – hoogstwaarschijnlijk ter hoogte van de linker onderzijde van de voordeur – geplaatst explosief en dat door de ontploffing aanzienlijke schade is ontstaan.
Een getuige op een fiets (hierna: de fietser) hoorde de harde knal veroorzaakt door de ontploffing. Ongeveer 30 seconden later zag hij een man in donkere kleding met een rugzak op hem sprintend passeren vanuit de [straatnaam] . Nadat de fietser deze persoon een tijdje had gevolgd, zag hij hem in een Mitsubishi met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) stappen, waarna de auto wegreed. Een klein uur later, namelijk om 00.56 uur, reed de auto in Rotterdam Zuid. De auto is toen gestopt door de politie.
Betrokkenheid van de verdachte
Toen de auto door de politie werd gestopt, zat de verdachte achter het stuur. Verder bevonden er zich geen personen in de auto. De auto bleek op naam van de moeder van de verdachte te staan. In de auto werd de door de getuige waargenomen rugzak niet aangetroffen. Wel lagen er meerdere telefoons in de auto. In één van deze telefoons werd een berichtenwisseling in Snapchat aangetroffen tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . Er zijn onder andere berichten gewisseld tussen 10 december 2023 om 22.51 uur en 11 december 2023 om 19.58 uur. Op 10 december 2023 stuurt de verdachte een bericht aan [medeverdachte] luidend: ‘je moet die boys zeggen driver wilt zekerheid’. Op 11 december 2023 stuurt [medeverdachte] de volgende berichten aan de verdachte: ‘We moeten om 8 uur bij hem zijn', ‘Om het op te halen,’ ‘Je hoeft niets te doen alleen drive [naam],’ ‘8 uur Maassluis ophalen en dan ga je drive krijgen’ en ‘Heb hem gezegd jij krijgt 3 b en ik 150 en zetter 200.’ [medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij door iemand via Snapchat was benaderd of hij iets wilde doen waar hij geld mee kon verdienen, waarbij de term “zetter” werd genoemd.
Uit onderzoek blijkt verder, dat de verdachte en [medeverdachte] in de avonduren van 11 december 2023 samen in de auto naar Maassluis zijn gereden. In Maassluis is één van hen uit de auto gestapt en heeft daar een onbekend gebleven andere persoon ontmoet en die persoon heeft een voorwerp overgedragen. Na een gesprek van ongeveer 8 minuten loopt de persoon die uit de auto was gestapt met het voorwerp terug in de richting van de auto, die kort daarop wegrijdt.
Tussenconclusies
De onderzoeksresultaten zoals hierboven weergegeven leidt de rechtbank tot de volgende vaststellingen. De verdachte heeft samen met [medeverdachte] afspraken gemaakt om als chauffeur (‘driver’) te fungeren voor een uit te voeren ontploffing. Daar zou de verdachte € 300 voor krijgen, [medeverdachte] en de zetter zouden respectievelijk € 200 en € 150 ontvangen. Het explosief is door de verdachte en [medeverdachte] in de avonduren van 11 december 2023 opgehaald in Maassluis. Later diezelfde avond is de verdachte met een onbekend gebleven persoon naar [plaatsnaam] gereden. De onbekend gebleven persoon heeft het explosief geplaatst en laten ontploffen. Deze persoon is daarna in de auto van de verdachte gestapt. Vervolgens is de verdachte richting Rotterdam gereden. Ergens tussen het vertrek uit [plaatsnaam] en de aanhouding door de politie heeft de onbekende persoon de auto verlaten, met medeneming van zijn rugzak.
Dat de verdachte wetenschap had van en daarmee ook opzet had op een ontploffing, leidt de rechtbank af uit het feit dat gecommuniceerd werd over het ‘zetten’ van iets. Het verweer dat de opzet zou ontbreken wordt verworpen.
De rechtbank gaat ook voorbij aan het verweer van de verdediging dat de verdachte zou zijn teruggekomen op het door hem en [medeverdachte] gemaakte plan en de auto zou hebben afgegeven. Het dossier bevat geen aanknopingspunten voor dit scenario en uit de tussen de verdachte en de medeverdachte gewisselde chatberichten blijkt ook in het geheel geen twijfel over het plan. Komt nog bij dat de verdachte over dit door de verdediging opgeworpen scenario niet zelf heeft verklaard. De verdachte heeft gezwegen over de verdenkingen tegen hem.
Medeplegen
De rechtbank ziet zich vervolgens primair gesteld voor de vraag of de verdachte, die als chauffeur heeft gefungeerd, als medepleger van de strafbare feiten kan worden beschouwd.
Medeplegen aan een strafbaar feit kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan wel van voldoende gewicht moeten zijn.
Zoals hiervoor al weergegeven, heeft de verdachte voorafgaand aan het plaatsen van een explosief middels een chatgesprek uitgebreid contact gehad met de medeverdachte over het ‘zetten’, het ophalen van iets in Maassluis en de beloning. Weliswaar blijkt uit het chatgesprek dat de medeverdachte degene was die contact onderhield met de opdrachtgever, maar voor het overige is de communicatie tussen de verdachte en de medeverdachte over het plan en de uitvoering daarvan gelijkwaardig van karakter. Dit blijkt ook uit de beloningen die een ieder kreeg. Daarnaast is de verdachte als chauffeur zowel bij de uitvoering - het plaatsen van het explosief in [plaatsnaam] – als bij de voorbereiding hiervan - het samen met de medeverdachte ophalen van het pakket in Maassluis - actief betrokken geweest. Op bepalende momenten is de verdachte aanwezig geweest en zijn bijdrage aan de strafbare feiten is van voldoende gewicht. De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van een dermate nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn mededaders dat van medeplegen gesproken moet worden.
4.1.3.
Conclusie
Wettig en overtuigend bewezen is het medeplegen van het teweegbrengen van een ontploffing, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was, en het medeplegen van het beschadigen van de woning van de aangever. Ook is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de aangever en de overige bewoners van de woning heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 12 december 2023 te [plaatsnaam] ,
tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een of meerdere explosieven, voor die woning te plaatsen en aan te steken, waardoor
die/dat explosie(f)ven tot ontploffing is/zijn gebracht,
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor de woning aan [adres 2] en nabijgelegen
woningen en de inboedel/huisraad van de woning aan [adres 2]
en de inboedel/huisraad van die nabijgelegen woningen,
te duchten was;
2
hij op 12 december 2023 te [plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met
anderen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te
weten een woning, gelegen aan [adres 2] , geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer] , heeft beschadigd ;
3
hij op 12 december 2023 te [plaatsnaam] ,
tezamen en in vereniging met anderen,
[slachtoffer] en de overige bewoners van de woning aan [adres 2]
heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, en met zware mishandeling,
door een of meerdere explosieven
in
de dichte nabijheid van die woning te plaatsen en aan te steken, waardoor
die/dat explosie(f)ven tot ontploffing is/zijn gebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1 primair, 2 primair en 3 primair
eendaadse samenloop van:
medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is,
medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig gebouw dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen
en
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich met zijn mededaders schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een ontploffing bij een woning in [plaatsnaam] en het beschadigen van deze woning, door het plaatsen en tot ontploffing brengen van een explosief bij de voordeur. Hierdoor is de voordeur ontzet en de woning zwaar beschadigd. De verdachte en zijn mededaders hebben zich hiermee ook schuldig gemaakt aan een zeer ernstige vorm van bedreiging van de bewoner en diens gezin met jonge kinderen. Het tot ontploffing brengen van een explosief bij een woning is een zeer ernstig en intimiderend feit.
Voor de bewoner was dit de zoveelste ontploffing in een reeks ontploffingen die vanaf april 2023 hebben plaatsgevonden. De aangever is met zijn loodgietersbedrijf al meer dan tien keer doelwit geweest van aanslagen op zijn (bedrijfs)auto’s, bedrijfspand en woning. Dat deze herhaalde ontploffingen een enorme impact op de psychische gesteldheid van het gezin hebben en dat de gevoelens van angst nog onverminderd aanwezig zijn bij het gezin, blijkt ook wel uit de slachtofferverklaring die de echtgenote van de aangever op de zitting heeft voorgelezen. De woning staat daarnaast ook midden in een woonwijk. De reeks van ontploffingen leidt ook voor omwonenden en in algemene zin in de samenleving tot onrust en gevoelens van angst en onveiligheid. De verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan deze zeer intimiderende vorm van geweld. De rechtbank weegt echter ook mee dat er geen enkel signaal is dat de verdachte betrokken was bij of wetenschap had van één van de andere aanslagen. In die zin kan het feit dat deze aanslag onderdeel uitmaakt van een reeks van aanslagen niet strafverhogend werken.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft gelet op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 9 februari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Ook heeft de rechtbank gekeken naar het rapport van 13 maart 2024 dat Reclassering Nederland over de verdachte heeft opgemaakt, met bijgevoegd deeladvies elektronische monitoring. Dit rapport houdt – kort gezegd - het volgende in.
De reclassering krijgt door de proceshouding van de verdachte geen zicht op de risicoverhogende en delictgerelateerde factoren. De risico’s op recidive, letsel en het onttrekken aan voorwaarden kunnen niet worden ingeschat. Vooralsnog worden er geen grote problemen waargenomen in het leven van de verdachte. Vanuit het onderzoek komt een beeld naar voren van een introverte man, die de neiging heeft zijn problemen voor zichzelf te houden en niet te delen met anderen. Zijn probleemoplossende vaardigheden lijken beperkt ontwikkeld. De verdachte vraagt niet proactief om hulp wanneer hij vast dreigt te lopen op bepaalde leefgebieden. De verdachte zou voor zijn aanhouding problemen hebben ervaren op het gebied van werk, hetgeen ook invloed had op zijn inkomen. Dit lijkt vooralsnog niet tot grote financiële problemen te hebben geleid, daar zijn familie hem ook financieel ondersteunde. De reclassering heeft weinig zicht gekregen op het sociale netwerk en het sociale mediagebruik van de verdachte. Zijn relatie met zijn moeder en zus kunnen als beschermende factor worden aangemerkt. Gelet op de ernst van de feiten, wordt het nodig geacht om het reclasseringstoezicht te starten met elektronische monitoring (EM), teneinde het slachtoffer te beschermen, dagstructuur aan te brengen en te voorkomen dat de verdachte in de nachtelijke uren de vrijheid heeft om wederom delictgedrag te vertonen. De verdachte kan terugkeren naar zijn moeder en de woning is goedgekeurd voor het toepassen van EM. Het hebben van dagbesteding is daarnaast van belang, teneinde hem structuur te geven en te zorgen voor financiële stabiliteit. De probleemoplossende vaardigheden van de verdachte dienen door middel van ambulante behandeling vergroot te worden. Daarbij kan er binnen de behandeling ook oog zijn voor de life-events die de verdachte nog niet verwerkt lijkt te hebben. Tevens acht de reclassering het wenselijk om zicht te krijgen op de online leefwereld van de verdachte. Bij een veroordeling wordt een (deels) voorwaardelijke straf met de onderstaande bijzondere voorwaarden geadviseerd:
• Meldplicht bij de reclassering;
• Ambulante behandeling bij de Waag of soortgelijke zorgverlener;
• Locatieverbod voor de gemeente [plaatsnaam] en het buitenland (met elektronische monitoring);
• Locatiegebod, inhoudende het op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig zijn op het verblijfadres (met elektronische monitoring);
• Inspanningsverplichting voor dagbesteding;
• Het geven van openheid van zaken over sociale mediagebruik.
Geadviseerd wordt de voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
De verdachte heeft aangegeven dat hij open staat voor een ambulante behandeling en is bereid aan alle geadviseerde voorwaarden mee te werken.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. In strafverhogende zin weegt de rechtbank daarbij mee dat de verdachte een explosief bij een woning heeft geplaatst en niet, zoals in veel vergelijkbare zaken, bij een bedrijfspand.
De rechtbank komt uit op een lagere straf dan geëist door de officier van justitie. Daartoe weegt mee dat de verdachte niet degene is geweest die het explosief heeft geplaatst,
niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld en zijn leven voor het overige goed op de rit heeft. Hij heeft een opleiding afgerond, werkte als gymleraar op basisscholen en heeft een goede band met zijn familie. Dat maakt het echter des te onbegrijpelijker waarom de verdachte deze afslag in zijn leven heeft genomen.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijke strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Anders dan is geadviseerd, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het opleggen van een locatiegebod, een verbod om naar het buitenland te gaan en een verplichting openheid van zaken te geven over sociale-mediagebruik. Het opleggen van een ingrijpend middel als elektronische monitoring acht de rechtbank evenmin aangewezen, nu de verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen. Wel zal de rechtbank als bijzondere voorwaarden opleggen een meldplicht, een locatieverbod voor [plaatsnaam] , ambulante behandeling en een inspanningsverplichting tot het verkrijgen en behouden van dagbesteding. Anders dan is geadviseerd en door de officier van justitie is gevorderd, zal de rechtbank de op te leggen voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar verklaren, nu niet aan de wettelijke voorwaarden hiervoor is voldaan.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het in beslag genomen geldbedrag van € 500,- verbeurd te verklaren, nu dit geldbedrag door middel van de strafbare feiten is verkregen.
8.2.
Beoordeling
Niet is vast komen te staan dat het geldbedrag van € 500,- door middel van de strafbare feiten is verkregen. Daarom zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde partij] , ter zake van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 25.748,72 aan materiële schade.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de vordering integraal kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en dat de verdachte hoofdelijk tot betaling daarvan dient te worden veroordeeld.
9.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich vanwege de bepleite vrijspraak primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Subsidiair bepleit de verdediging dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat niet voldoende is onderbouwd welke kosten feitelijk zijn gemaakt. Ook is nog niet duidelijk of en voor welk bedrag de verzekering de geleden schade zal vergoeden.
9.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 1 primair, 2 primair en 3 primair bewezenverklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht en dat deze schade (nog) niet door de verzekeraar is vergoed. De vordering is genoegzaam onderbouwd en zal daarom worden toegewezen. De schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 25.748,72.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij betalen, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 12 december 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 25.748,72, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 55, 157, 285 en 352 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
10 (tien) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met de veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak;
de veroordeelde zal zich laten behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na het ingaan van de proeftijd. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
de veroordeelde zal zich gedurende zijn reclasseringstoezicht niet bevinden in [plaatsnaam] ;
de veroordeelde heeft een zinvolle dagbesteding middels (vrijwilligers-)werk of opleiding. De veroordeelde geeft de reclassering inzage in zijn sollicitaties en bespreekt zijn overwegingen, of werkt indien dat nodig is mee aan trajecten die hem worden aangeboden vanuit de gemeente Rotterdam;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van: € 500,-;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededaders, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij,
[benadeelde partij] , te betalen een bedrag van
€ 25.748,72 (zegge: vijfentwintigduizend zevenhonderdachtenveertig euro en tweeënzeventig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 25.748,72 (hoofdsom, zegge: vijfentwintigduizend zevenhonderdachtenveertig euro en tweeënzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 25.748,72 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
163 dagen;
de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
en mrs. J.C. Tijink en J.T.P. Pot, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Nagtegaal, griffier,
en uitgesproken op 2 april 2024.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 12 december 2023 te [plaatsnaam] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een of meerdere stukken zwaar
vuurwerk, althans een of meerdere explosieven, aan/op de (voor)deur van een
woning gelegen aan [adres 2] te bevestigen/te plakken, althans in
de dichte nabijheid van/voor die woning te plaatsen en aan te steken, waardoor
die/dat stuk(ken) vuurwerk, althans explosie(f)ven tot ontploffing is/zijn gebracht,
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor de woning aan [adres 2] en/of nabijgelegen
woningen en/of de inboedel/huisraad van de woning aan [adres 2]
en/of de inboedel/huisraad van die nabijgelegen woningen, in elk geval gemeen
gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten
één van de zich in die nabijgelegen woningen bevindende pers(o)n(en), in elk geval
levensgevaar en/of gevaar voor een ander of anderen,
te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een tot op heden onbekend gebleven persoon op of omstreeks 12 december 2023 te
[plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht bij een woning gelegen
aan [adres 2] , door een of meerdere stukken zwaar vuurwerk,
althans een of meerdere explosieven, aan/op de (voor)deur van die woning te
bevestigen/te plakken, althans in de dichte nabijheid van/voor die woning te
plaatsen en aan te steken, waardoor die/dat stuk(ken) vuurwerk, althans
explosie(f)ven tot ontploffing is/zijn gebracht,
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor de woning aan [adres 2] en/of nabijgelegen
woningen en/of de inboedel/huisraad van de woning aan [adres 2]
en/of de inboedel/huisraad van die nabijgelegen woningen, in elk geval gemeen
gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten
één van de zich in die nabijgelegen woningen bevindende pers(o)n(en), in elk geval
levensgevaar en/of gevaar voor een ander of anderen te duchten was
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 12
december 2023 te [plaatsnaam] en/of Rotterdam opzettelijk behulpzaam is geweest
en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door de
persoon die het explosief tot ontploffing bracht met een auto naar en/of vanaf de
plaats van het misdrijf te vervoeren;
2
hij op of omstreeks 12 december 2023 te [plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te
weten een woning, gelegen aan [adres 2] , geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer] , althans aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededaders, heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een tot op heden onbekend gebleven persoon op of omstreeks 12 december 2023 te
[plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten een woning, gelegen aan [adres 2]
, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , althans
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, heeft vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 12
december 2023 te [plaatsnaam] en/of Rotterdam opzettelijk behulpzaam is geweest
en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door de
persoon die de woning gelegen aan [adres 2] vernielde, beschadigde
en/of onbruikbaar maakte met een auto naar en/of vanaf de plaats van het misdrijf
te vervoeren;
3
hij op of omstreeks 12 december 2023 te [plaatsnaam] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer] en/of de (overige) bewoners van de woning aan [adres 2]
heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling,
door een of meerdere stukken zwaar vuurwerk, althans een of meerdere explosieven
aan/op de (voor)deur van voornoemde woning te bevestigen/te plakken, althans in
de dichte nabijheid van/voor die woning te plaatsen en aan te steken, waardoor
die/dat stuk(ken) vuurwerk, althans explosie(f)ven tot ontploffing is/zijn gebracht;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een tot op heden onbekend gebleven persoon op of omstreeks 12 december 2023 te
[plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer] en/of de (overige) bewoners van de woning aan [adres 2]
heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling,
door een of meerdere stukken zwaar vuurwerk, althans een of meerdere explosieven
aan/op de (voor)deur van voornoemde woning te bevestigen/te plakken, althans in
de dichte nabijheid van/voor die woning te plaatsen en aan te steken, waardoor
die/dat stuk(ken) vuurwerk, althans explosie(f)ven tot ontploffing is/zijn gebracht
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 12
december 2023 te [plaatsnaam] en/of Rotterdam opzettelijk behulpzaam is geweest
en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door de
persoon die het explosief tot ontploffing bracht met een auto naar en/of vanaf de
plaats van het misdrijf te vervoeren.