In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen twee partijen over de betaling van een koopprijs en de levering van logobestanden. De eiser, een webshop, heeft een overeenkomst gesloten met de gedaagde partij, waarbij de gedaagde partij een webshop inclusief merknaam, voorraden en inventaris heeft overgenomen. De eiser stelt dat de gedaagde partij nog een bedrag van € 12.900,- moet betalen, terwijl de gedaagde partij van mening is dat zij slechts € 4.311,95 verschuldigd is, omdat de overgenomen voorraad minder waard is dan door de eiser is berekend. De gedaagde partij heeft ook een eis in reconventie ingediend, waarin zij eist dat de eiser de logobestanden alsnog aanlevert en schadevergoeding vordert voor geleden schade door het niet tijdig aanleveren van deze bestanden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 februari 2024 heeft de kantonrechter de zaak besproken. De kantonrechter heeft besloten om nog geen eindvonnis te wijzen en heeft de partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de vraag welke logobestanden moesten worden geleverd en of deze zijn aangeleverd. De kantonrechter heeft ook een deel van de eisen in reconventie, die verband houden met een concurrentiebeding, verwezen naar team Handel en Haven voor verdere behandeling. De partijen zijn verplicht om een advocaat in te schakelen voor deze procedure.
De kantonrechter heeft de zaak naar de rolzitting van 23 april 2024 verwezen, zodat de eiser zich kan uitlaten over de logobestanden. De verdere beslissingen in conventie en reconventie zijn aangehouden, met uitzondering van de gedeeltelijke verwijzing naar team Handel en Haven.