Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de (primair) ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden met aftrek van voorarrest;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/008666-23, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
4.Waardering van het bewijs
Over de andere man, dus man 1, is door de verbalisanten gerelateerd dat de uiterlijke kenmerken van deze persoon overeen komen met de uiterlijke kenmerken van [naam verdachte] . Ten aanzien van de herkenning van [naam verdachte] door verbalisanten overweegt de rechtbank dat de verdediging van [naam verdachte] weliswaar heeft gesteld dat die herkenningen niet voor het bewijs mogen meegenomen, omdat die niet op een voor de verdediging bekende manier heeft plaatsgevonden, maar de rechtbank verwerpt dat verweer. De rechtbank overweegt hiertoe dat de herkenningen door de verbalisanten op ambtseed/ambtsbelofte zijn gedaan en dat de herkenningen voldoende zijn onderbouwd door de verbalisanten. Nu naast deze herkenning er ook DNA van [naam verdachte] is aangetroffen op kledingstukken aangetroffen in de loods, gaat de rechtbank er vanuit dat man 1 [naam verdachte] is. De rechtbank is van oordeel dat de stelling van [naam verdachte] dat zijn jas en bodywarmer eerder waren gestolen niet aannemelijk is geworden.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 30 maart 2023 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 2 maanden (parketnummer: 10/008666-23).