3.1.[eisers] vorderen, na wijziging van eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair
1) ieder van [gedaagde 1] en Mars Vantage te verbieden een besluit te nemen tot uitzetting van [eiser 2] als beherend vennoot van [eiser 1], in ieder geval tot het moment dat de drie vennoten overeenstemming hebben bereikt over de te benoemen opvolgend vennoot, althans voor de duur van zes maanden;
2) [gedaagde 1] en Mars Vantage te verbieden enige vergadering van vennoten op te roepen bij [eiser 1], althans hen te verbieden een vergadering van vennoten op te roepen onder agendering van uitzetting van [eiser 2] als beherend vennoot;
3) [gedaagde 1] te verbieden enig stemrecht uit te oefenen tijdens een vergadering van vennoten bij [eiser 1], althans de overige vennoten te gebieden geen gevolg te geven aan een eventueel door [gedaagde 1] uitgebrachte stem in dat gremium;
4) ieder van [gedaagde 1] en Mars Vantage te gebieden tot medewerking aan wijziging van de Oprichtingsakte om de uittreding van [gedaagde 1] als vennoot te reflecteren;
5) ieder van [gedaagde 1] en Mars Vantage te verbieden een vergadering van vennoten bijeen te roepen tot het moment dat is voldaan aan het gebod onder 4);
een en ander, waar mogelijk, op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 per dag of dagdeel met een maximum van € 250.000,00 indien [gedaagde 1] of Van Maastricht niet of niet volledig aan de veroordeling of een deel daarvan voldoet,
subsidiair
6) ieder van [gedaagde 1] en Mars Vantage te verbieden uitvoering te geven aan een besluit tot uitzetting van [eiser 2] als beherend vennoot van Vantage, in ieder geval tot het moment dat de drie vennoten overeenstemming hebben bereikt over de te benoemen opvolgend vennoot, althans voor de duur van zes maanden,
een en ander, waar mogelijk, op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 per dag of dagdeel met een maximum van € 250.000,00 indien [gedaagde 1] of Van Maastricht (bedoeld zijn: Mars Vantage; opm vzr) niet of niet volledig aan de veroordeling of een deel daarvan voldoet,
primair en subsidiair
7) PMV te gebieden tot nakoming van de op 18 maart 2024 getroffen minnelijke
regeling die inhoudt dat PMV uiterlijk op 25 maart 2024 om 12:00 uur een bedrag van € 451.162,48 aan Lapidus Holding betaalt, althans dat zij bij niet-nakoming wordt geboden voornoemd bedrag te betalen aan [eiser 1],
8) [gedaagde 1] en Mars Vantage te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.