ECLI:NL:RBROT:2024:259

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
18 januari 2024
Zaaknummer
C/10/669152 / HA RK 23-1126
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap op verzoek van een belanghebbende

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 januari 2024 een beschikking gegeven inzake de benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van een overleden persoon. De verzoekster, een coöperatie gevestigd te Amsterdam, heeft verzocht om de benoeming van [naam02] als vereffenaar. Dit verzoek is gedaan omdat de belanghebbende, de Gemeente Groningen/de Groningse Kredietbank, in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de erfgenaam, niet adequaat heeft gereageerd op het verzoekschrift en niet heeft laten weten verweer te willen voeren. De rechtbank heeft op basis van artikel 4:203 lid 1 onder b BW geoordeeld dat er voldoende redenen zijn om de vereffenaar te benoemen, aangezien de belanghebbende in ernstige mate tekortschiet in de vervulling van zijn verplichtingen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap beneficiair is aanvaard door de erfgenaam, [naam01], die onder bewind is gesteld. De verzoekster heeft een hypothecaire lening verstrekt aan de erflater, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoekster voldoende belang heeft bij de benoeming van een vereffenaar, gezien het risico dat haar vordering niet volledig wordt voldaan. De rechtbank heeft geen verweer ontvangen van de belanghebbende en heeft daarom besloten om het verzoek toe te wijzen. [naam02] is benoemd tot vereffenaar en de rechtbank heeft de vereffenaar opgedragen om de benoeming bekend te maken in de digitale Staatscourant. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is verzocht om de benoeming in te schrijven in het boedelregister.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/669152 / HA RK 23-1126
Beschikking van 10 januari 2024
in de zaak van
de coöperatie
[verzoekster01] U.A.,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
advocaat mr. R.A. van Liere te Amsterdam,
belanghebbende:
Gemeente Groningen/de Groningse Kredietbank, in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan
[naam01],
gevestigd te Groningen.

1.Het procesverloop

1.1.
Op 22 november 2023 heeft de rechtbank ontvangen het verzoekschrift van verzoekster tot benoeming van een vereffenaar, met producties.
1.2.
Bij aangetekende brief van 24 november 2023 heeft de rechtbank aan de belanghebbende gevraagd of zij verweer wil voeren tegen het verzoekschrift. De rechtbank heeft geen reactie ontvangen.
1.3.
Omdat de belanghebbende niet heeft laten weten verweer te willen voeren en de rechtbank geen vragen heeft aan verzoekster, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoekster vraagt om [naam02] tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van [erflater01] (hierna: erflater), die op [datum01] in [plaats01] is overleden. De laatste woonplaats van erflater was [plaats01] , zodat deze rechtbank bevoegd is om op dit verzoek te beslissen. Het verzoek wordt toegewezen. Hierna wordt toegelicht waarom.
Toetsingskader
2.2.
De rechtbank kan als een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard (de zogenaamde beneficiaire aanvaarding) een vereffenaar benoemen op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie, wanneer hij die met het beheer der nalatenschap belast is in ernstige mate in de vervulling van zijn verplichtingen tekortschiet, daartoe ongeschikt is of niet voldoet aan een last tot zekerheidstelling, wanneer de schulden der nalatenschap de baten blijken te overtreffen, of wanneer tot een verdeling van de nalatenschap wordt overgegaan voordat deze vereffend is (artikel 4:203 lid 1 onder b BW).
De nalatenschap is beneficiair aanvaard
2.3.
Erflater heeft in zijn testament van 11 juni 2004 tot zijn enige erfgenaam benoemd zijn pleegkind en nicht [naam01] (hierna: [naam01] ). [naam01] is onder bewind gesteld en belanghebbende is tot haar bewindvoerder benoemd. Niet gebleken is dat de bewindvoerder toestemming van [naam01] heeft om de nalatenschap zuiver te aanvaarden (artikel 1:441 lid 5 BW) of dat de bewindvoerder binnen de termijn van artikel 4:193 lid 2 BW een verzoek heeft ingediend bij de kantonrechter om de nalatenschap te mogen verwerpen. Als gevolg hiervan heeft [naam01] de nalatenschap van erflater beneficiair aanvaard.
Verzoekster is belanghebbende
2.4.
Verzoekster heeft een hypothecaire geldlening verstrekt aan erflater voor de aankoop van een woning en deze vordering opeisbaar is geworden door het overlijden van erflater. De opeisbare schuld bedraagt per 23 februari 2023 € 153.098,67. Verzoekster is gelet hierop een schuldeiser van de nalatenschap en heeft een belang dat de nalatenschap wordt vereffend.
Belanghebbende schiet in ernstige mate tekort in de vervulling van zijn verplichtingen of is daartoe ongeschikt
2.5.
Belanghebbende moet als vereffenaar de nalatenschap van erflater vereffenen. Verzoekster stelt dat belanghebbende daarin tekortschiet of daartoe ongeschikt is, omdat de belanghebbende na vijf jaar nog geen blijk heeft gegeven dat zij de nalatenschap gaat beheren of afwikkelen, nog niet is begonnen met het vereffenen van de nalatenschap en er veel onbekend is over de omvang van de nalatenschap. Het is volgens verzoekster bijvoorbeeld onbekend of de huwelijksgoederengemeenschap van erflater en zijn exechtgenote goed is afgewikkeld. Volgens verzoekster bestaat het risico dat haar schuld niet wordt voldaan. De rechtbank is van oordeel dat verzoekster hiermee voldoende heeft onderbouwd dat de belanghebbende in ernstige mate tekortschiet in de vervulling van de verplichtingen of daartoe ongeschikt is.
Verzoekster heeft voldoende belang
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de voorwaarden om op grond van artikel 4:203 lid 1 onder b BW een vereffenaar te benoemen. Verzoekster heeft ook voldoende toegelicht dat zij belang heeft bij het benoemen van een vereffenaar. Het gevaar bestaat immers dat haar vordering niet volledig wordt voldaan. Een vereffenaar heeft tot taak om voor zover mogelijk de schulden van een nalatenschap te voldoen. Verzoekster kan daarnaast ook een veilingtraject starten als een vereffenaar benoemd is.
Geen verweer bekend
2.7.
De rechtbank heeft aan de belanghebbende gevraagd of zij verweer wil voeren, maar heeft van de bewindvoerder geen reactie ontvangen, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat zij geen bezwaar heeft tegen het benoemen van een vereffenaar.
[naam02] wordt tot vereffenaar benoemd
2.8.
Gelet op wat hiervoor is overwogen is er voldoende grond om het verzoek toe te wijzen, zodat het verzoek wordt toegewezen. Verzoekster heeft voorgesteld om kandidaat-notaris [naam02] tot vereffenaar te benoemen, die zich daar ook toe bereid heeft verklaard. De rechtbank zal hierin meegaan. Het is aan de vereffenaar om de benoeming bekend te maken in de digitale Staatscourant.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt
[naam02](verbonden aan [notariskantoor01], kantooradres: [adres01] , [postcode01] te [plaats02] ) tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[erflater01],
geboren in [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
laatstelijk wonende te [plaats01] ,
overleden op [datum01] in [plaats01] .
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de digitale Staatscourant;
3.4.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
3.5.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoeming.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024.
3120