Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
De kern van het geschil
Hiermee bevestigen wij dat jouw BBL-arbeidsovereenkomst is beëindigd per 1 november 2023 als gevolg van het stoppen van je opleiding.”
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Technische Unie B.V. Het geschil betreft de ontbinding van een leer-/arbeidsovereenkomst. [verzoeker] was in dienst bij Technische Unie op basis van een leer-/arbeidsovereenkomst die meerdere keren was verlengd. De arbeidsovereenkomst is beëindigd door Technische Unie, die stelde dat er een ontbindende voorwaarde was overeengekomen die het bestaan van de arbeidsovereenkomst afhankelijk maakte van het volgen van een opleiding. De kantonrechter oordeelde echter dat er geen rechtsgeldige ontbindende voorwaarde was overeengekomen, waardoor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door Technische Unie vernietigbaar was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst ook na de vermeende beëindiging bleef bestaan, en dat [verzoeker] recht heeft op loon vanaf 1 november 2023 tot de ontbindingsdatum van de arbeidsovereenkomst op 1 mei 2024. Daarnaast is Technische Unie veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding en het verstrekken van salarisspecificaties. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.