ECLI:NL:RBROT:2024:2548

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
FT RK 24/26
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring van AWESOME BRANDS B.V. na afwijzing van betaalvoorstel

Op 27 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de faillietverklaring van de besloten vennootschap AWESOME BRANDS B.V. Verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.H.J. Körver, heeft een verzoekschrift ingediend tot faillietverklaring van verweerster, die in financiële problemen verkeert. Verzoekster heeft een opeisbare loonvordering van € 10.154,73 op verweerster, die ook andere vorderingen onbetaald laat, waaronder een stagevergoeding en schulden aan de Belastingdienst. Verweerster heeft een betalingsvoorstel gedaan van € 500,00 per maand, maar verzoekster heeft dit voorstel afgewezen, omdat zij geen vertrouwen heeft in de nakoming ervan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er summierlijk bewijs is van het vorderingsrecht van verzoekster en dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. De rechtbank heeft de bevoegdheid om de insolventieprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende feiten en omstandigheden zijn die aantonen dat verweerster niet in staat is om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot faillietverklaring toegewezen en AWESOME BRANDS B.V. in staat van faillissement verklaard. Tevens zijn mr. C.G.E. Prenger benoemd tot rechter-commissaris en mr. B.S. Pronk tot curator.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
Insolventienummer: [Insolventienummer]
Uitspraak: 27 februari 2024
VONNIS op het op 19 januari 2024 ingekomen verzoekschrift, met bijlage(n), van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekster,
advocaat: mr. P.H.J. Körver,
strekkende tot faillietverklaring van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AWESOME BRANDS B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats]
,
aldaar tevens handelend onder de namen:
Awesome Brands,
Krulogie,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats],
verweerster.

1.De procedure

De rechtbank heeft de behandeling van het ingekomen verzoekschrift bepaald op
20 februari 2024.
Verzoekster heeft voorafgaand aan de zitting aanvullende stukken toegezonden.
Ter zitting van 20 februari 2024 zijn verschenen en gehoord:
  • [verzoekster], verzoekster;
  • mr. P.H.J. Körver, advocaat van verzoekster;
  • [Naam], (middellijk) bestuurder van verweerster.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.Standpunt van partijen

Standpunt verzoekster
Verzoekster heeft in haar verzoekschrift en ter zitting (samengevat) gesteld dat zij uit hoofde van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van de rechtbank Rotterdam van 12 september 2023, daarna vervallen salaristermijnen en wettelijke verhoging, een opeisbare loonvordering op verweerster heeft van € 10.154,73., exclusief rente.
Verweerster laat daarnaast nog meer vorderingen onbetaald. Zo laat zij een stagiair die recht heeft op stagevergoeding (van nog ca. € 1.000,00) onbetaald en heeft zij schulden aan de Belastingdienst. Dat blijkt ook uit het feit dat (ook) de Belastingdienst beslag heeft gelegd op de ING-rekening van verweerster. Verweerster verkeert aldus in de toestand dat zij is opgehouden te betalen.
Verzoekster heeft het betaalvoorstel van verweerster van € 500,00 per maand afgewezen. Verzoekster heeft geen vertrouwen dat verweerster het voorstel zal nakomen. Verweerster is herhaaldelijk gesommeerd, maar heeft tot heden niets van zich laten horen. Verzoekster persisteert derhalve in haar verzoek tot faillietverklaring.
Standpunt verweerster
Verweerster heeft ter zitting (samengevat) gesteld dat zij graag een betalingsregeling met verzoekster wil treffen. Verweerster heeft immers (genoeg) debiteuren die haar nog moeten betalen waarmee zij de vordering van verzoekster kan voldoen. Daarnaast heeft verweerster ter zitting aan verzoekster een betaalvoorstel gedaan van € 500,00 per maand. Ten aanzien van de stagevergoeding aan de stagiair heeft verweerster ter zitting zich op het standpunt gesteld dat zij niet verplicht is deze vergoeding aan haar te betalen.

3.De beoordeling

Bevoegdheid
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt.
Beoordelingskader
Ingevolge artikel 6 van de Faillissementswet wordt de faillietverklaring uitgesproken indien summierlijk blijkt van het bestaan van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen en, als een schuldeiser het verzoek doet, ook van het vorderingsrecht van deze. Van de hiervoor bedoelde feiten en omstandigheden blijkt in het algemeen, indien sprake is van pluraliteit van schuldeisers, terwijl tenminste één vordering opeisbaar is.
Bestaan vorderingsrecht en pluraliteit van schuldeisers
Onbetwist is dat verzoekster een opeisbare loonvordering op verweerster heeft. De rechtbank is dan ook van oordeel dat van het vorderingsrecht van verzoekster summierlijk is gebleken. Voorts is onbetwist dat ook de Belastingdienst een vordering op verweerster heeft, zodat ook van het bestaan van deze (steun)vordering summierlijk is gebleken. Gelet hierop behoeft de stelling van verweerster dat zij niet verplicht is een stagevergoeding te betalen aan de genoemde stagiair geen nadere bespreking.
Faillissementstoestand
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat voldoende aannemelijk is geworden dat verweerster de vordering van verzoekster en andere vorderingen onbetaald laat. Verweerster heeft dan wel ter zitting aan verzoekster een betaalvoorstel van € 500,00 per maand gedaan, maar verzoekster heeft dit voorstel afgewezen. Dat er zicht is op betaling van de vordering van verzoekster binnen afzienbare termijn, is ook niet nader geconcretiseerd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat summierlijk is gebleken van het bestaan van feiten en omstandigheden die aantonen dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen.
Een en ander leidt er toe dat de rechtbank het verzoek tot faillietverklaring zal toewijzen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart AWESOME BRANDS B.V. voornoemd in staat van faillissement;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. C.G.E. Prenger, lid van deze rechtbank;
- stelt aan tot curator mr. B.S. Pronk, advocaat te ROTTERDAM;
- geeft last aan de curator tot het openen van brieven en telegrammen aan de gefailleerde gericht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.G.E. Prenger, rechter, en in aanwezigheid van
mr. C. Hulsegge, griffier, in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2024 te 10:00 uur. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.