ECLI:NL:RBROT:2024:2456
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw zijn van de schulden
In deze zaak heeft verzoeker op 15 januari 2024 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 6 maart 2024 is verzoeker gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker een schuldenlast heeft van € 218.530,67 en dat hij inkomsten uit arbeid ontvangt. De rechtbank oordeelt dat verzoeker niet te goeder trouw is geweest in de drie jaar voorafgaand aan zijn verzoek, wat een vereiste is voor toewijzing van de schuldsaneringsregeling. De goede trouw is een gedragsmaatstaf die de rechtbank in haar beoordeling meeneemt, waarbij alle omstandigheden in acht worden genomen, zoals de aard en omvang van de vorderingen en het gedrag van verzoeker met betrekking tot zijn schulden.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat verzoeker in dienst is bij een vennootschap waarvan hij vermoedelijk zelf de zeggenschap heeft. Dit blijkt uit het feit dat de aandelen worden gehouden door een derde, die in een brief aangeeft dat hij handelt voor rekening en risico van verzoeker. De rechtbank concludeert dat verzoeker niet aannemelijk kan maken dat de zeggenschap bij iemand anders ligt. Bovendien heeft verzoeker een schuld van € 21.000,- aan een bedrijf en heeft hij betalingen gedaan aan curatoren van andere bedrijven, wat duidt op bestuurdersaansprakelijkheden. De rechtbank oordeelt dat de schulden aan de curatoren niet te goeder trouw zijn ontstaan, en dat verzoeker zijn schuldeisers benadeelt door zijn constructie van aandelen en salaris.
Uiteindelijk wijst de rechtbank het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af, omdat verzoeker niet voldoet aan de vereisten van goede trouw. De rechtbank merkt op dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die een toelating tot de regeling rechtvaardigen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 maart 2024 door mr. M. Aukema, rechter, in aanwezigheid van S.R.L.T. Peek, griffier.