Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 3].
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 februari 2024 een beschikking gegeven over de gedeeltelijke gezagsbelasting van een minderjarige, hierna te noemen [kind], geboren in 2016. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om het gezag over [kind] gedeeltelijk uit te oefenen, specifiek met betrekking tot de aanmelding bij een onderwijsinstelling. Dit verzoek is gedaan omdat [kind] momenteel niet naar school gaat, wat zijn ontwikkeling remt. De moeder van [kind] heeft geweigerd haar handtekening te zetten voor de aanmelding bij een nieuwe school, terwijl de vader wel instemt met het verzoek van de GI.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de schoolgang van [kind], die al geruime tijd geen onderwijs volgt. De moeder heeft zich verzet tegen de inschrijving van [kind] op een andere school, ondanks de inspanningen van de vader en de GI. De kinderrechter oordeelt dat het noodzakelijk is dat de GI gedeeltelijk met het gezag wordt belast om de aanmelding bij een onderwijsinstelling te kunnen realiseren, in het belang van [kind].
De kinderrechter heeft het verzoek van de GI toegewezen voor de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing, maar heeft het verzoek voor het overige afgewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. M.P.G. Rietbergen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. V. Lankhaar als griffier.