ECLI:NL:RBROT:2024:2433
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beschikking van de kinderrechter over ondertoezichtstelling van een minderjarige
Op 6 maart 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam – Dordrecht over een minderjarige, hierna te noemen [kind]. De kinderrechter heeft geoordeeld dat [kind] onder toezicht wordt gesteld voor de duur van een jaar, met ingang van 6 maart 2024. Het verzoek om een voorwaardelijke machtiging voor gesloten jeugdhulp is afgewezen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, met zorgen over zijn sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling, antisociaal gedrag en delictgedrag. De moeder, die belast is met het ouderlijk gezag, lijkt onvoldoende in staat om [kind] te begrenzen en bagatelliseert de zorgen over zijn gedrag. De Raad heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling ingediend, omdat er geen plek is voor [kind] in een gesloten jeugdhulpinstelling en de hulpverlening vanuit het strafrechtelijk kader onvoldoende effect heeft gehad. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2024, met schriftelijke vastlegging op 19 maart 2024.