Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair van parketnummer 10-192445-22 en het onder 10-741056-20 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10-047497-22.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vorderingen benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregelen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaren;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
[benadeelde partij01], te betalen een bedrag van
€ 51.573,06 (zegge: eenenvijftigduizend vijfhonderddrieënzeventig euro en zes eurocent), bestaande uit € 24.073,06 aan materiële schade en € 27.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij02], te betalen een bedrag van
€ 4.710,50 (zegge: vierduizend zevenhonderdtien euro en vijftig eurocent), bestaande uit € 1.210,50 aan materiële schade en € 3.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij03], te betalen een bedrag van
€ 6.623,13 (zegge: drieduizend driehonderddrieëntwintig euro en dertien eurocent), bestaande uit € 4.123,13 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij01]te betalen
€ 51.573,06(hoofdsom,
zegge: eenenvijftigduizend vijfhonderddrieënzeventig euro en zes eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
290 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij02]te betalen
€ 4.710,50(hoofdsom,
zegge: vierduizend zevenhonderdtien euro en vijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
57 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij03]te betalen
€ 6.623,13(hoofdsom,
zegge: drieduizend driehonderddrieëntwintig euro en dertien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 augustus 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
68 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 15 juli 2022 van de politierechter in van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van
3 (drie) maanden.