ECLI:NL:RBROT:2024:2414

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
25 maart 2024
Zaaknummer
10/160779-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van winkeloverval en afpersing door gebrek aan bewijs

Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2008, die werd beschuldigd van een gewapende winkeloverval en afpersing. De officier van justitie eiste een jeugddetentie van 90 dagen, waarvan 87 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 60 uren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank concludeerde dat het signalement van de overvallers te algemeen was en dat er geen direct bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de overval op de Aldi in Hoek van Holland op 17 februari 2022. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de ten laste gelegde feiten en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. De kosten van de benadeelde partijen werden op nihil begroot. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. A. Verweij als voorzitter en kinderrechter, en mrs. W.J. Loorbach en H. Biemond als kinderrechters.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummer: 10/160779-22
Datum uitspraak: 5 maart 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2008,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1] ,
raadsvrouw mr. K.C. van de Wijngaart, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 5 maart 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S.M. Scheer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 90 dagen met aftrek
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie;
  • opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde winkeloverval en afpersing van twee winkelmedewerksters op grond van de verklaring van aangeefster [aangeefster] , het door haar gegeven signalement van een van de overvallers, de aangetroffen diepvriestas met rollen muntgeld op de vluchtroute, het daarop aangetroffen DNA van een onbekende vrouw en het verrichtte DNA-verwantschapsonderzoek. Ook de verklaring van de oma van medeverdachte [medeverdachte] en de verklaring van de moeder van de verdachte duiden erop dat de verdachte betrokken was bij de overval. Dit alles, in samenhang bezien, maakt dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat de verdachte als een van de overvallers betrokken was bij de winkeloverval, waarbij onder dreiging met een mes geld uit de kluis is weggenomen en de winkelmedewerksters hun telefoon hebben moeten afgegeven aan de overvallers.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank stelt vast dat op 17 februari 2022 een gewapende overval heeft plaatsgevonden op de supermarkt Aldi in Hoek van Holland, waarbij twee medewerksters zijn bedreigd met een mes. Door de drie overvallers is geld uit de kluis weggenomen en de twee medewerksters hebben hun telefoon aan hen moeten afgeven.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de verdachte een van de personen is die de overval hebben gepleegd.
Door de aangeefsters is een signalement gegeven van de overvallers. De rechtbank is van oordeel dat het signalement te algemeen en dus onvoldoende specifiek is om de verdachte in verband te kunnen brengen met de overval op de supermarkt. Ander direct bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij de overval is er niet. Weliswaar is op de diepvriestas die vermoedelijk bij de overval is gebruikt DNA aangetroffen dat waarschijnlijk van de moeder van de verdachte is, maar enkel op basis daarvan kan niet worden geconcludeerd dat de verdachte aanwezig was op de plaats van het delict en dus betrokkenheid heeft gehad bij de overval.
De verklaringen van de oma en de moeder van medeverdachte [medeverdachte] - die tegenstrijdig met elkaar zijn - en de verklaring van de moeder van de verdachte leveren evenmin bewijs op van de betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten.
Met de verdediging is de rechtbank daarom van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
4.1.3.
Conclusie
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.Vorderingen benadeelde partijen

5.1.
Benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 1] , ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1.987,57 aan materiële schade en een bedrag van € 100.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
5.1.1.
Beoordeling
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten die de moeder van de verdachte, als wettelijk vertegenwoordiger van de verdachte, ter verdediging van de vordering heeft gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
5.2.
Benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 2] , ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 2.500,- aan nog niet vergoede immateriële schade en een bedrag van € 1.162,99 aan kosten die verband houden met het volgen van een opleiding en het vinden van een nieuwe baan, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
5.2.1.
Beoordeling
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten die de moeder van de verdachte, als wettelijk vertegenwoordiger van de verdachte, ter verdediging van de vordering heeft gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
5.3.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij 1] in de kosten door de moeder van de verdachte, als wettelijk vertegenwoordiger van de verdachte, ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij 2] in de kosten door de moeder van de verdachte, als wettelijk vertegenwoordiger van de verdachte, ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. W.J. Loorbach en H. Biemond, kinderrechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 maart 2024.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij, op of omstreeks 17 februari 2022 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(ongeveer) 3000 euro, althans enig geldbedrag,
dat/die geheel of ten dele aan de Aldi, gevestigd aan [adres 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op heterdaad,
aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door
- een mes aan/op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te tonen en/of te richten en/of gericht te houden,
en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen “Geef mij geld,
geef mij alles!”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- ( vervolgens/daarbij) die [slachtoffer 1] (dreigend) te vragen/zeggen/bevelen de kluis te openen;
2
hij op of omstreeks 17 februari 2022 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meerdere telefoons (te weten een Samsung S20 en/of Oppo A91), in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een derde toebehoorde(n)
door onder dreiging van een mes
die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te vragen/zeggen/bevelen de telefoon(s) af te geven.