ECLI:NL:RBROT:2024:2351
Rechtbank Rotterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Homologatie van een onderhands akkoord in faillissementsprocedure met instemming van de Belastingdienst na aanvankelijke tegenstem
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 maart 2024 een homologatieverzoek behandeld van een besloten vennootschap die een onderhands akkoord heeft aangeboden aan haar schuldeisers. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 6 februari 2024, na een periode van financiële problemen die zijn ontstaan door de COVID-19 crisis en stijgende energieprijzen. De Belastingdienst had aanvankelijk tegen het akkoord gestemd, maar heeft op 8 februari 2024 alsnog ingestemd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende steun was van de andere schuldeisers en dat het akkoord een beter resultaat biedt dan een faillissement. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat er geen afwijzingsgronden zijn. Uiteindelijk heeft de rechtbank het akkoord goedgekeurd, waarmee de schuldenaar de mogelijkheid krijgt om haar schulden te saneren en faillissement te voorkomen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.