Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
Er is geen bewijs dat de verdachte de beide medeverdachten heeft geholpen om omstreeks
29 februari 2020 het terrein op te komen of hen aanwijzingen heeft gegeven, danwel dat de verdachte in één van de containers is geweest. Er is evenmin bewijs dat de verdachte op enige andere manier heeft deelgenomen aan het binnen het grondgebied brengen van de cocaïne of daartoe voorbereidingshandelingen heeft gepleegd.
5.Bijlage
6.Beslissing
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/ of
- zich en/of (een) ander (en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat die/feit(en)heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
- zich opgehouden in een container [containernummer 1] ) en/of
- zich opgehouden in een container ( [containernummer 2] ) met daarin (onder andere) 399 pakketten bevattende ongeveer 398 kilogram cocaïne en/of
- met als doel deze pakketten (inhoudende cocaïne) vervolgens over te laden.