ECLI:NL:RBROT:2024:2278

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
21 maart 2024
Zaaknummer
10/313190-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring voorhanden hebben vuurwapen en bijbehorende munitie, vrijspraak voorhanden hebben patroonmagazijn

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 maart 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 26 november 2023 te Rotterdam een vuurwapen, een pistool van het merk German Sports Guns, model Sig Sauer P320, met bijbehorende munitie voorhanden heeft gehad. Dit feit is door de verdachte bekend, en de rechtbank heeft dit zonder nadere motivering bewezen verklaard.

Echter, de rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het tweede feit, namelijk het voorhanden hebben van een patroonmagazijn van het merk Glock. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen waar dit patroonmagazijn was aangetroffen, en dat de enkele omstandigheid dat er op de telefoon van de verdachte chatberichten en foto's met betrekking tot vuurwapens waren aangetroffen, niet voldoende was om tot een veroordeling te komen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook gelast dat de in beslag genomen iPhone aan de verdachte wordt teruggegeven, omdat er geen causaal verband was tussen de telefoon en de bewezenverklaarde feiten. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, en de jongste rechter was niet in staat het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/313190-23
Datum uitspraak: 14 maart 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres01] ,
raadsman mr. J.H.E.M. Kersemaekers, advocaat te Breda.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 29 februari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding.
De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K.L. Rook heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feit 2
4.1.1.
Standpunt van de officier van justitie
Wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan. Hoewel uit het procesdossier niet blijkt waar het patroonmagazijn is aangetroffen, acht zij aannemelijk dat het bij de verdachte is aangetroffen. Het lag niet in de woning of in de auto, dus het moet bij de verdachte zijn gevonden. De officier van justitie gaat ervan uit dat de verdachte deelnam aan de chat die op zijn telefoon is aangetroffen – die onmiskenbaar op vuurwapens betrekking heeft – omdat een telefoon vaak maar door één persoon wordt gebruikt. Ook kan het niet anders zijn dan dat de foto’s – ook foto’s van pistolen waarin een verlengd magazijn gestoken is – en zoekopdrachten van de verdachte zijn. Het is meer dan aannemelijk dat de verdachte het patroonmagazijn voorhanden had.
4.1.2.
Beoordeling
Aan de verdachte is onder 2 tenlastegelegd dat hij op 26 november 2023 te Rotterdam een patroonmagazijn van het merk Glock voorhanden heeft gehad. De rechtbank is, net als de officier van justitie, van oordeel dat op basis van het procesdossier niet kan worden vastgesteld waar dit magazijn is aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank kan echter, anders dan waar de officier van uitgaat, dan ook niet worden vastgesteld dat de verdachte het patroonmagazijn op genoemde dag en plaats voorhanden heeft gehad, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. De enkele omstandigheid dat op zijn telefoon een chat, foto’s en een zoekgeschiedenis zijn aangetroffen die verband houden met vuurwapens, maakt dit niet anders.
4.1.3.
Conclusie
Het onder 2 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.1.
Conclusie
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 26 november 2023 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk German Sports Guns, model Sig Sauer P320 van het kaliber 9mm br, en bijbehorende munitie in de zin van artikel 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de categorie III, te weten vijf kogelpatronen van het kaliber 9mm br voorhanden heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze cursief in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot munitie van categorie III
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie. De verdachte had het wapen met daarin de munitie bij zich, terwijl hij in zijn auto reed. Ongecontroleerd bezit van vuurwapens met munitie brengt in het algemeen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen mee, omdat het bezit van een vuurwapen al snel kan leiden tot het gebruik ervan, met alle gevolgen van dien. Dat geldt temeer wanneer men het vuurwapen met munitie in het openbaar voorhanden heeft, zoals in het geval van de verdachte. Daarom moet hiertegen streng worden opgetreden. De rechtbank acht het zorgelijk dat de verdachte het vuurwapen heeft aangeschaft voor zijn eigen veiligheid, omdat hij zou worden bedreigd. Daarbij neemt zij in overweging dat de verdachte desgevraagd heeft verklaard dat hij naar aanleiding van die bedreigingen – wat daarvan zij – niet de hulp van de politie heeft ingeroepen, omdat hij de politie niet vertrouwt. Het is immers volstrekt onaanvaardbaar dat burgers hun conflicten in de openbare ruimte met vuurwapens gaan beslechten.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 februari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank zal overeenkomstig de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en gelet op de vrijspraak voor feit 2 een iets lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist. De verdediging heeft verzocht een deel van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen als stok achter de deur. De rechtbank ziet echter noch in het feit noch in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding voor het opleggen van een deels voorwaardelijke straf.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoon (goednummer 8) verbeurd te verklaren. Gelet op de zoekopdrachten en foto’s met betrekking tot vuurwapens die op de telefoon van de verdachte zijn aangetroffen, is deze gebruikt bij de voorbereiding dan wel bij het voorhanden hebben van het vuurwapen zodat het vatbaar is voor verbeurdverklaring. Ten aanzien van de overige goederen is reeds een last tot teruggave gegeven.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging ziet geen redenen voor de verbeurdverklaring van de iPhone, omdat er geen causaal verband bestaat tussen de zoektermen en het specifieke wapen dat bij de verdachte is aangetroffen. Het toestel is dan ook niet gebruikt ter voorbereiding op het tenlastegelegde feit. Verzocht wordt het toestel terug te geven aan de verdachte.
8.3.
Beoordeling
Onder de verdachte is het volgende voorwerp in beslag genomen:
- Telefoon, iPhone Max, kleur: wit, goednummer: [proces-verbaalnummer01] .
De rechtbank ziet geen verband tussen het bewezenverklaarde feit en (hetgeen is aangetroffen op) de telefoon, zodat een last zal worden gegeven tot teruggave van de telefoon aan de verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht
en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van het voorwerp, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van de iPhone Max met goednummer: [proces-verbaalnummer01] .
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H. Kroon, voorzitter,
en mrs. A.S. Flikweert en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.D. Schmahl, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij, op of omstreeks 26 november 2023, te Rotterdam, althans in Nederland, (een) wapen(s) als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten
een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk German Sports Guns, model Sig Sauer P320 van het kaliber 9mm br, en/of
(bijbehorende) munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III te weten vijf kogelpatronen van het kaliber 9mm br, voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
2
hij op of omstreeks 26 november 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, een of meer onderdelen van een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3º, gelet op artikel 2 lid 1 van Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een patroonmagazijn zijnde een onderdeel/hulpstuk die specifiek bestemd is en/of van wezenlijke aard is, voor een pistool van het merk: Glock, kaliber: 9 mm, voorhanden heeft gehad.
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )