In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker01] en [verzoeker02], een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en een verzoek om een dwangakkoord. De verzoekers hebben op 2 januari 2024 een schuldregeling aangeboden aan hun schuldeisers, waarbij zij een betaling van 11,72% aan de preferente schuldeisers en 5,86% aan de concurrente schuldeisers hebben voorgesteld. Dit aanbod is later verhoogd naar 16,97% en 8,48% respectievelijk. ING Bank N.V., een van de schuldeisers, weigerde aanvankelijk in te stemmen met deze regeling, maar heeft tijdens de zitting op 8 maart 2024 alsnog akkoord gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen belang meer is bij het opleggen van een dwangakkoord, nu ING heeft ingestemd met het saneringsvoorstel. De rechtbank heeft daarom zowel het verzoek om een gedwongen schuldregeling als het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. C. de Jong en is openbaar uitgesproken op 8 maart 2024.