Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- schuldenares;
- mevrouw J.M. Hoogland, bewindvoerder.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 maart 2024 uitspraak gedaan in een schuldsaneringsregeling. De schuldenares, die onder toezicht stond van bewindvoerder J.M. Hoogland, had in 2019 de schuldsaneringsregeling aangevraagd. De rechtbank had eerder de looptijd van de regeling verlengd om de boedelachterstand in te lopen. Echter, op 24 februari 2024 meldde de bewindvoerder dat de schuldenares tekort was geschoten in haar afdrachtverplichting, met een boedelachterstand van € 3.880,80. De bewindvoerder adviseerde de rechtbank om de schone lei niet te verlenen, wat tijdens de zitting werd gehandhaafd.
De rechtbank oordeelde dat de schuldenares niet voldoende had aangetoond dat haar tekortkomingen niet aan haar te verwijten waren. Ondanks haar argument dat haar werkgever bonussen had ingehouden, was de rechtbank van mening dat zij op de hoogte moest zijn van haar verplichtingen en dat zij onvoldoende had gedaan om aan deze verplichtingen te voldoen. De rechtbank benadrukte dat de maximale looptijd van de schuldsaneringsregeling op 22 februari 2024 was bereikt en dat verlenging niet meer mogelijk was. Daarom werd de schone lei geweigerd en werd het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 4.413,-.
De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M. Aukema, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.