ECLI:NL:RBROT:2024:2260

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 maart 2024
Publicatiedatum
20 maart 2024
Zaaknummer
C/10/673888 / KG ZA 24-137
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning op basis van een zorg- en huurovereenkomst in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 7 maart 2024 een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de stichting STICHTING TIMON, eiseres, en een niet verschenen gedaagde. De procedure begon met een dagvaarding op 20 februari 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 februari 2024, waarbij de gedaagde verstek heeft laten gaan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de eiseres niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 1.539,72, inclusief dagvaardingskosten en griffierecht.

De voorzieningenrechter heeft de gedaagde veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning aan het opgegeven adres te ontruimen, inclusief alle aanwezige personen en zaken. Tevens moet de gedaagde de sleutels van de woning aan de eiseres overhandigen en de woning verlaten en ontruimd houden. De gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na het vonnis. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.B. Smits.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/673888 / KG ZA 24-137
Vonnis in kort geding van 7 maart 2024
in de zaak van
de stichting
STICHTING TIMON,
gevestigd te Zeist ,
eiseres,
advocaat mr. S.H. van Santen te Bodegraven,
tegen
[gedaagde1],
wonende te [woonplaats1] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 20 februari 2024 met producties 1 tot en met 10
  • de mondelinge behandeling gehouden op 28 februari 2024
  • het tijdens de behandeling tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt als volgt toegewezen.
2.2.
Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van eiseres worden begroot op:
- dagvaardingskosten € 136,72
- griffierecht € 688,00
- salaris advocaat €
715,00
Totaal € 1.539,72
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3. De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres1] te [postcode1] [plaats1] te ontruimen met alle daarin vanwege haar aanwezige personen en zaken, en de sleutels af te geven aan eiseres, en de woning vervolgens verlaten en ontruimd te houden,
3.2.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.539,72, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B. Smits en in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2024. 1734/3195