Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- mevrouw M. Kimpese, vriendin van verzoeker;
- de heer mr. J. Pearson, advocaat.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een verzoeker die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De verzoeker heeft op 18 januari 2024 een verzoek ingediend op basis van artikel 287b, eerste lid, van de Faillissementswet (Fw) om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek was gericht op het verkrijgen van een moratorium van zes maanden, zodat de verzoeker niet ontruimd zou worden uit zijn huurwoning, terwijl hij een buitengerechtelijke schuldregeling probeert te treffen met zijn schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker voldoende waarborgen heeft dat de huur tijdig zal worden betaald, aangezien de huur voor januari, februari en maart 2024 al was voldaan.
Tijdens de zitting op 31 januari 2024 heeft de rechtbank de zaak aangehouden en is er een verweerschrift ingediend door de verweerster, Stichting Woonstad Rotterdam, die akkoord ging met het toewijzen van het verzoek, mits het moratorium vervalt als de huurtermijnen niet tijdig worden betaald. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of er sprake was van een bedreigende situatie, zoals vereist door de wet. Gezien het vonnis van 18 oktober 2019 tot ontruiming en de aankondiging van de verweerster om tot ontruiming over te gaan, concludeerde de rechtbank dat er inderdaad een bedreigende situatie was.
De rechtbank heeft de belangen van de verzoeker en de verweerster afgewogen. Het belang van de verzoeker om in zijn huurwoning te blijven en het minnelijk schuldhulpverleningstraject te doorlopen, woog zwaarder dan het belang van de verweerster om het vonnis tot ontruiming uit te voeren. De rechtbank heeft daarom het verzoek toegewezen, met de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan hij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.