Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 160 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsrapport van 31 januari 2024, met dien verstande dat het locatieverbod wordt beperkt tot het gebied op, in en rondom [adres02] te Rotterdam, zijnde het werkadres van [slachtoffer01] (hierna: de aangeefster), met dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden; anders dan geadviseerd door de reclassering wordt bij het locatieverbod geen toepassing van elektronische monitoring gevorderd;
- een maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van 3 jaar, met een vervangende hechtenis van één week per overtreding en met een maximale duur van 6 maanden, inhoudende een contactverbod met de aangeefster en een locatieverbod voor het gebied op, in en rondom [adres02] te Rotterdam, met dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel;
- een taakstraf voor de duur van 100 uren, met een vervangende hechtenis van 50 dagen.
4.Waardering van het bewijs
en/ofte dulden;
5.Strafbaarheid feiten
primair.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen en maatregel
- een meldplicht bij Reclassering Nederland;
- een ambulante behandeling met de mogelijkheid tot het innemen van medicijnen;
- een verbod op het gebruik van drugs en de verplichting tot het meewerken aan controle hiervan;
- een contactverbod met mevrouw [slachtoffer01] ;
- een locatieverbod voor het gebied (5 km straal) rondom het adres van mevrouw [slachtoffer01] , met elektronische monitoring, en
- een inspanningsverplichting op het gebied van het vinden van een gepaste dagbesteding.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de voornoemde bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlage
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 160 (honderdzestig) dagen;bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
120 (honderdtwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaar;
dadelijk uitvoerbaarzijn;
100 (honderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
1 (één) week;
6 (zes) maandenbedragen;
dadelijk uitvoerbaaris;
€ 7.378,35 (zegge: zevenduizend driehonderd achtenzeventig euro en vijfendertig eurocent), bestaande uit € 2.378,35 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 2,378,35 vanaf 31 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening en over een bedrag van € 5.000,- vanaf 28 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 7.378,35(hoofdsom,
zegge: zevenduizend driehonderd achtenzeventig euro en vijfendertig eurocent),te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 2,378,35 vanaf 31 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening en over een bedrag van € 5.000,- vanaf 28 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
71 dagen;