Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 augustus 2023, met bijlagen 1 tot en met 13;
- het antwoord, tevens eis in reconventie, met bijlagen 1 tot en met 18;
- het antwoord in reconventie;
- de pleitnota van [bedrijf A] ;
- de pleitnota van [persoon B] .
2.De beoordeling
26 mei 2023. Er is geen sprake van een tekortkoming van ondergeschikte betekenis (artikel 6:87 lid 2 BW). De geconstateerde gebreken zijn niet slechts van esthetische aard (zie r.o. 2.7), zoals [bedrijf A] stelt. Er zijn cruciale fouten gemaakt in het uitgevoerde werk en het tegelwerk moet volledig opnieuw worden aangebracht. De door [bedrijf A] gevorderde verklaring voor recht dat [persoon B] de verbintenis niet mocht omzetten in een tot vervangende schadevergoeding wordt dan ook afgewezen.
23 januari 2023 van € 18.150,- (inclusief btw), vermeerderd met de door [persoon B] gestelde kosten voor het opnieuw aanschaffen van tegels van € 2.400,-. Perfectkeur heeft de herstelkosten echter begroot op € 8.400,- inclusief btw en exclusief nieuw aan te schaffen tegels en beschadigd meubilair. Door [persoon B] zijn geen feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan niet van deze herstelkosten kan worden uitgegaan. Uit het rapport van Perfectkeur blijkt niet dat sloopwerkzaamheden niet in de begroting zijn betrokken. [persoon B] heeft ook niets aangevoerd wat tot een ander oordeel kan leiden. Met betrekking tot de tegels heeft [persoon B] onbetwist gesteld dat hij deze opnieuw moet aanschaffen voor € 2.400,-. Over de kosten voor het aanschaffen van beschadigd meubilair heeft [persoon B] niets gesteld. Deze kosten kunnen dan ook verder buiten beschouwing blijven.
€ 605,-. [persoon B] heeft deze vordering gemotiveerd betwist. Dit betekent dat deze vordering alleen al hierom niet toewijsbaar is.
€ 9.214,- (€ 10.800,- minus € 1.586,-). De door [bedrijf A] gevorderde verklaring voor recht dat volledige vergoeding van herstelkosten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, wordt afgewezen.
€ 9.214,-.