ECLI:NL:RBROT:2024:2206

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
10643441 CV EXPL 23-21913
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van informatieverplichtingen bij koop op afstand en gevolgen voor betalingsverplichtingen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen bol.com B.V. en [gedaagde1] over onbetaalde facturen. Bol.com vorderde betaling van een totaalbedrag van € 106,99, maar [gedaagde1] betwistte de proceskosten, omdat hij een betalingsregeling had aangeboden. De kantonrechter oordeelde dat een betalingsregeling een gunst is en geen recht, en dat [gedaagde1] de proceskosten moet betalen. De rechtbank voerde een ambtshalve toetsing uit van de informatieverplichtingen die bol.com had bij de koop op afstand. Hierbij werd vastgesteld dat bol.com niet aan alle informatieverplichtingen had voldaan, wat leidde tot een gedeeltelijke vernietiging van de betalingsverplichting van [gedaagde1] met 25%. De kantonrechter oordeelde dat bol.com recht had op buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, maar dat [gedaagde1] al meer had betaald dan verschuldigd was. De proceskosten werden vastgesteld op € 334,06, met de mogelijkheid voor [gedaagde1] om in termijnen te betalen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10643441 CV EXPL 23-21913
datum uitspraak: 16 februari 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
bol.com B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
[gedaagde1],
woonplaats: [woonplaats1] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘ bol.com ’ en ‘ [gedaagde1] ’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 juli 2023, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de rolbeslissing van 27 oktober 2023;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de dupliek, met bijlagen;
  • de dupliek in reconventie.

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
Bol.com is deze procedure tegen [gedaagde1] gestart omdat [gedaagde1] twee facturen niet betaald had. Dat ging om een totaalbedrag van € 106,99. De gemachtigde van bol.com heeft incassobrieven gestuurd met de vraag om te betalen. Op 26 augustus 2022 is een brief gestuurd, waarin [gedaagde1] een termijn van veertien dagen na bezorging van de brief wordt gegeven om te betalen zonder extra kosten. [gedaagde1] heeft ook toen niet op tijd betaald.
2.2.
[gedaagde1] is het ermee eens dat hij de facturen, incassokosten en rente aan bol.com moet betalen. Hij vindt alleen dat hij de proceskosten niet hoeft te betalen, omdat hij wel wilde betalen, maar dat via een betalingsregeling wilde doen en de gemachtigde van bol.com daar volgens hem niet goed op heeft gereageerd.
2.3.
Omdat het gaat op koop op afstand, moet de kantonrechter eerst toetsen of bol.com aan alle informatieverplichtingen heeft voldaan. Daarna zal zij het standpunt van [gedaagde1] over de proceskosten beoordelen.
Ambtshalve toetsing informatieverplichtingen
2.4.
De overeenkomst is op afstand, namelijk online, gesloten tussen een handelaar ( bol.com ) en een consument ( [gedaagde1] ). Bij of voorafgaand aan het sluiten van deze overeenkomsten moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken [1] en deze informatie bevestigen op een duurzame gegevensdrager, zoals bijvoorbeeld een e-mail of een brief. Het gaat erom dat de consument de informatie makkelijk moet kunnen bewaren.
2.5.
De Hoge Raad heeft beslist dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of aan een aantal informatieverplichtingen is voldaan. Het gaat dan om de informatie waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt als deze niet wordt gegeven en om de informatie waaraan extra gewicht moet worden toegekend. Dit zijn de essentiële informatieverplichtingen. De Hoge Raad heeft ook beslist dat de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk moet vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting. [2]
2.6.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor de schending van de essentiële informatieverplichtingen een sanctierichtlijn [3] opgesteld. Deze sanctierichtlijn houdt samengevat in dat de betalingsverplichting wordt verminderd met 25% bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen en met 50% bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen. Bij de precontractuele informatieverplichtingen geldt dat meerdere voldoende ernstige schendingen van de essentiële informatieverplichtingen die onder dezelfde letter van artikel 6:230m lid 1 BW vallen samen worden geteld als één schending. Eventuele schendingen van de verplichting om de informatie te bevestigen op een duurzame gegevensdrager worden gerekend als één schending.
2.7.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken. Voor zover dat in deze zaak aan de orde is zullen eerst de informatieverplichtingen met een specifieke sanctie worden beoordeeld. Daarna zullen de essentiële informatieverplichtingen zonder specifieke sanctie worden beoordeeld. Bij deze laatste categorie wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen het verstrekken van de informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst en het bevestigen van de informatie op een duurzame gegevensdrager.
Precontractueel: de manier van betaling
2.8.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g BW moet de manier van betaling worden getoond. Het gaat daarbij om de wijze waarop de consument mag betalen en de termijn(en) waarbinnen moet worden betaald. Als de betaling loopt via een derde partij (niet zijnde een bank) dan moet dit ook worden vermeld. Bol.com heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan; er staat geen termijn voor de betaling vermeld. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder g BW is geschonden.
De bestelknop
2.9.
[gedaagde1] is de bestelling aangegaan door middel van een bestelknop. Bol.com heeft niet aangetoond dat de tekst op de knop voldoet aan de eisen van de wet. Uit de tekst op de knop zelf moet namelijk blijken dat de consument uitdrukkelijk erkent dat hij een betalingsverplichting aangaat. Dat betekent dat de tekst ook in de omgangstaal zonder twijfel in verband moet worden gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting. [4]
2.10.
Bij een onjuiste bestelknop geeft de wet aan de consument het recht om de overeenkomst te vernietigen. [5] Dit is gebaseerd op de Richtlijn Consumentenrechten waarin staat dat de consument in zo’n geval niet aan de overeenkomst is gebonden. Volgens de kantonrechter betekent niet gebonden zijn dat de consument ervoor kan kiezen de overeenkomst niet in werking te laten treden, maar dat in dat geval ook de handelaar zijn verplichtingen niet meer hoeft na te komen. De kantonrechter is van oordeel dat de rechter de overeenkomst alleen ambtshalve moet vernietigen als de consument - zo nodig nadat hem dat door de rechter is gevraagd - heeft aangegeven van dit recht gebruik te willen maken. Het zal niet altijd in het belang van de consument zijn om de overeenkomst te vernietigen, omdat vernietiging niet alleen tot gevolg heeft dat de consument niet hoeft te betalen maar ook dat de consument moet teruggeven wat hij op grond van de overeenkomst heeft ontvangen. Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad is af te leiden dat de rechten die de richtlijn aan consumenten geeft niet tegen de wil van de consument worden toegepast. Omdat [gedaagde1] de vordering niet heeft betwist en dus niet duidelijk is wat hij wil, terwijl ervan moet worden uitgegaan dat de prestatie wel is geleverd en behouden, kan de kantonrechter de overeenkomst niet vernietigen.
2.11.
Het voorgaande neemt niet weg dat vanwege de onjuiste bestelknop sprake is van een schending van artikel 6:230v lid 3 BW. Om de afschrikkende werking van de richtlijn te bewaken zal de kantonrechter deze schending daarom rekenen als één schending bij de toepassing van de hiervoor genoemde sanctierichtlijn. De onjuiste tekst op de bestelknop rechtvaardigt naar het oordeel van de kantonrechter namelijk geen zwaardere sanctie dan een schending van een essentiële informatieplicht. Bij vermindering van de betalingsverplichting mag de consument bestelde producten immers houden. De situatie is daarom niet vergelijkbaar met vernietiging van de overeenkomst in zijn geheel. Daarbij is meegewogen dat het bestelproces verder wel zo is ingericht dat voor [gedaagde1] duidelijk moet zijn geweest dat hij een betalingsverplichting aanging.
Conclusie essentiële informatieverplichtingen:
2.12.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schendingen van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van [gedaagde1] wordt verminderd met 25%. Er is in dit geval namelijk sprake van minder dan vier voldoende ernstige schendingen. Dat betekent dat van de gevorderde hoofdsom een bedrag € 80,24 in beginsel toewijsbaar is (75% van € 106,99).
Buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente
2.13.
Bol.com heeft daarnaast ook recht op een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten op basis van de toewijsbare hoofdsom op het moment van de veertiendagenbrief. Dat is een bedrag van € 36,04. De wettelijke rente die toewijsbaar is bedraagt € 1,94. Dit betekent dat [gedaagde1] in totaal € 118,22 moet betalen. Inmiddels heeft [gedaagde1] (tot en met 20 oktober 2023) € 120,- betaald en daarmee heeft hij dus de hoofdsom inclusief buitengerechtelijke kosten en rente betaald. Die vorderingen zullen daarom niet meer worden toegewezen. [gedaagde1] heeft hierdoor meer betaald dan verschuldigd was aan hoofdsom, incassokosten en vervallen rente (namelijk € 1,78). Dit meerdere wordt van de hierna te noemen proceskosten afgetrokken.
[gedaagde1] moet ook de proceskosten betalen
2.14.
Bol.com (of haar gemachtigde) is niet verplicht om akkoord te gaan met een betalingsregeling die iemand voorstelt. Het uitgangspunt bij een vordering is dat die in één keer moet worden betaald. Een betalingsregeling is een gunst, geen recht. Toen [gedaagde1] een voorstel deed voor € 10,- per maand en hij dat ook ging doen, betekende dat dus niet dat daarmee een betalingsregeling tot stand was gekomen. Bol.com mocht nog steeds een betaling ineens vragen, of een tegenvoorstel doen. Dat heeft de gemachtigde van bol.com gedaan, maar ook daar is geen definitieve afspraak uit voortgekomen. Omdat [gedaagde1] niet op tijd betaald heeft een er geen betalingsregeling was, mocht bol.com een dagvaarding laten uitbrengen. Met andere woorden, bol.com heeft de procedure niet ten onrechte gestart. Er is ook geen gedragscode of iets vergelijkbaars waaraan de gemachtigde van bol.com zich moet houden die inhoudt dat in zo’n situatie geen dagvaarding mag worden uitgebracht. [gedaagde1] moet daarom de proceskosten van bol.com betalen. Die zullen hieronder worden benoemd.
Geen vergoeding kosten [gedaagde1]
2.15.
[gedaagde1] geeft aan dat de kosten die hij heeft gemaakt om het
verweerschrift(door de kantonrechter aangemerkt als conclusie van antwoord) aangetekend te versturen in mindering moet worden gebracht op de openstaande schuld. [gedaagde1] wordt in het ongelijk gesteld, zodat de door hem gemaakte kosten voor zijn rekening blijven.
Proceskosten
2.16.
[gedaagde1] moet de proceskosten betalen, omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van bol.com op € 107,84 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht, € 80,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten × € 40,-) en € 20,- aan nakosten. Dat is in totaal € 335,84. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend. Van dit bedrag wordt € 1,78 afgetrokken omdat [gedaagde1] dat al heeft betaald, zodat aan proceskosten € 334,06 overblijft.
2.17.
Voor zover [gedaagde1] de proceskosten nog niet heeft betaald, mag hij dit in termijnen van € 25,- doen. Bol.com is daarmee in deze procedure akkoord gegaan. Dit zal daarom in dit vonnis worden opgenomen. Mocht [gedaagde1] een termijn missen, dan betekent dat wel dat bol.com daarna het hele bedrag dat nog open staat ineens van hem mag vragen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.18.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde1] in de proceskosten, bepaald op € 334,06;
3.2.
bepaalt dat bol.com het hiervoor genoemde bedrag niet kan opeisen zolang [gedaagde1] elke maand voor de eerste dag van de maand € 25,- aflost;
en, als [gedaagde1] een maandelijkse termijn niet of te laat betaalt:
3.3.
bepaalt dat [gedaagde1] het bedrag dat op dat moment open staat direct in één keer aan bol.com moet betalen;
en verder:
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Mentink en in het openbaar uitgesproken.
51909

Voetnoten

1.Zie de artikelen 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek
2.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677
3.Deze richtlijn is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl
4.Hof van Justitie EU 7 april 2022, ECLI:EU:C:2022:269
5.Zie artikel 6:230v lid 3 BW