Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 juni 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de brief van 25 september 2023 van [eiseres] , met bijlagen;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 3 oktober 2023;
- de akte van 17 oktober 2023 van [gedaagde] , met bijlagen;
- de antwoordakte van 14 november 2023 van [eiseres] met wijziging van eis en bijlagen;
- de rolbeslissing van 15 december 2023;
- de akte van 31 januari 2024 van [gedaagde] .
2.De beoordeling
“ Heel graag”. [persoon D] is bij [gedaagde] op gesprek geweest en vervolgens in dienst getreden bij [gedaagde] . [gedaagde] had gelet op de haar bekende werkwijze van [eiseres] moeten begrijpen dat zij in dat geval een vergoeding moest betalen aan [eiseres] .
- een verklaring van mevrouw [persoon E] op welke wijze zij [persoon D] heeft geworven en wanneer;
- een verklaring van [persoon D] waarin hij aangeeft wanneer hij in dienst is getreden bij [gedaagde] en hoe dat in zijn werk is gegaan;
- een loonstrook en arbeidsovereenkomst van [persoon D] waaruit de datum van indiensttreding bij [gedaagde] blijkt;
- UWV-stukken waaruit blijkt wanneer [persoon D] bij [gedaagde] in dienst is getreden.
nboom B.V . (hierna: Groenenboom ), maar volgens [eiseres] is [persoon D] daar niet bekend. Zij heeft dat standpunt onderbouwd met een verklaring van de gevolmachtigde van Groenenboom , mevrouw [persoon F] . Zij verklaart dat [persoon D] niet bekend is binnen het bedrijf.
nboom, zodat zij de kantonrechter daarover kon informeren. Dit heeft zij nagelaten. De kantonrechter stelt verder vast dat de belangrijkste informatie ontbreekt (verklaringen van mevrouw [persoon E] en van [persoon D] over de datum van indiensttreding van [persoon D] bij [gedaagde] ). De conclusie is dat [gedaagde] onvoldoende heeft onderbouwd dat [persoon D] is aangedragen door mevrouw [persoon E] en pas eind 2022 in dienst is getreden van [gedaagde] . Haar standpunt wordt verworpen. Gelet hierop wordt ervan uitgegaan dat sprake is van een succesvolle bemiddeling door [eiseres] . Dit betekent dat [gedaagde] aan [eiseres] ter zake een vergoeding is verschuldigd.