ECLI:NL:RBROT:2024:2161

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
10/299862-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van betrokkenheid bij woningoverval en veroordeling voor diefstal met valse sleutel

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 januari 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 2003 en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De verdachte werd beschuldigd van betrokkenheid bij een woningoverval, waarbij afpersing, diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving ten laste waren gelegd. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie jaar, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij bij de overval betrokken was. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte in de woning van de aangever was geweest of dat hij op enige wijze betrokken was bij de overval. Wel werd bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal met een valse sleutel, door een geldbedrag van € 140 te pinnen met een bankpas die was weggenomen tijdens de overval. De rechtbank legde een gevangenisstraf van één maand op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank weegt de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee in de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/299862-22
Datum uitspraak: 24 januari 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2003,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] [postcode01] [woonplaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting [naam PI01] ,
raadsman mr. V.T.E. Kuijpers, advocaat te Capelle aan den IJssel.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 10 januari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. X.C. van Balen, heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals verwoord in het reclasseringsrapport van 2 augustus 2023 en een contactverbod met de aangever.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de tenlastegelegde feiten onder 1 tot en met 4 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Op basis van de bewijsmiddelen is vast komen te staan dat de verdachte betrokken is geweest bij de woningoverval.
De telefoon van de verdachte heeft ten tijde van de overval een zendmast in de omgeving van de woning van de aangever aangestraald. Daarnaast is op camerabeelden te zien dat de verdachte gedurende de overval gepind heeft met de pinpas van de aangever. Tijdens de overval zijn er geldbedragen overgemaakt vanaf de bankrekening van de aangever op de rekening van een persoon genaamd [naam01] . De verdachte heeft in de ochtend na de woningoverval betaald vanaf de rekening van deze [naam01] . Uit telecomonderzoek is gebleken dat de verdachte op 23 januari 2023 de aangever heeft gebeld en gezegd heeft dat hij nog € 2.000 van hem krijgt. Op de telefoon van de verdachte is ook een afbeelding aangetroffen met contactgegevens van de aangever.
Het door de verdachte geschetste scenario dat hij die avond alleen maar heeft gepind en niets van de overval afwist, is ongeloofwaardig.
4.2.
Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de verdachte vrijgesproken moet worden van de onder 1, 2, 3 (deels) en 4 ten laste gelegde feiten. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte weliswaar een geldbedrag van € 140 heeft gepind met de bankpas die is weggenomen bij de overval in de woning, maar dat niet bewezen kan worden dat de verdachte betrokken is geweest bij de overval in de woning. De verdachte ontkent in de woning te zijn geweest. Ook is er geen nauwe en bewuste samenwerking aangetoond.
4.3.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van de aangifte vast dat er op 2 november 2022 omstreeks 22.30 uur vier mannen de woning van aangever [slachtoffer01] , gelegen aan de [adres02] in Capelle aan den IJssel, met geweld zijn binnengedrongen. Tijdens de overval werd de aangever gedwongen om de codes van zijn bankpas, van zijn telefoon en van zijn online bankieren-app af te staan. Twee mannen verlieten de woning met zijn bankpas. De aangever werd opgesloten in zijn slaapkamer en daar achtergelaten. Na de overval constateerde de aangever dat hij zijn identiteitskaart, bankpas, sleutelbos en mobiele telefoon miste. Bovendien bleek er geld van zijn rekening te zijn verdwenen.
De vraag die voorligt is of de verdachte betrokken is geweest bij deze woningoverval.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte ten tijde van de overval in de directe omgeving van de woning van aangever [slachtoffer01] is geweest. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij daar was voor een pinklusje waar hij een klein bedrag mee kon verdienen en waar hij op in is gegaan door met een bankpas te pinnen bij een geldautomaat aan de Coolsingel in Rotterdam. De verdachte heeft verder ter terechtzitting verklaard dat hij de bankpas en pincode kreeg van een voor hem onbekende persoon waar hij die avond mee had afgesproken op een parkeerplaats om de hoek van het flatgebouw aan de Meeuwensingel.
Bij de verklaring van de verdachte zijn de nodige vraagtekens te plaatsen. Het zou goed kunnen dat de verdachte een grotere rol in het geheel had dan hij ter terechtzitting heeft doen voorkomen. Anderzijds valt op basis van de informatie in het dossier ook niet uit te sluiten dat het gegaan is zoals de verdachte heeft verklaard. Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat op basis van de inhoud van het dossier en het onderzoek op de terechtzitting niet kan worden vastgesteld dat de verdachte in de woning van de aangever is geweest. Er is ook geen onomstotelijk bewijs voorhanden dat de verdachte van de woningoverval afwist of daar op een andere manier nauw betrokken bij is geweest. Dit betekent dat het bewijs ontbreekt dat de verdachte als medepleger betrokken was bij de overval in de woning, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
In het dossier is evenmin bewijs voorhanden dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van de mobiele telefoon of de online rekening / bankaccount van aangever [slachtoffer01] zoals dat onder 3 ten laste is gelegd. Uit onderzoek naar de bankgegevens van de aangever blijkt dat er ten tijde van de overval twee geldbedragen van € 250 en € 380 van zijn bankrekening zijn overgeschreven naar een bankrekening van een persoon genaamd [naam01] . Nu niet valt te bewijzen dat de verdachte betrokken was bij de woningoverval, is er onvoldoende bewijs dat de verdachte een rol heeft gespeeld bij die overboekingen. Daarom moet de verdachte ten aanzien van dit onderdeel van feit 3 ook worden vrijgesproken.
Wel kan de onder 3 ten laste gelegde diefstal met een valse sleutel van het geldbedrag van
€ 140 worden bewezen. Ter terechtzitting heeft de verdachte erkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit uit de tenlastelegging.
4.4.
Conclusie
Het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het onder 3 ten laste gelegd is (deels) wettig en overtuigend bewezen. Dit feit en deze omstandigheid kan op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt. Dit feit heeft op de terechtzitting niet ter discussie gestaan en kan zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, in de periode van 2 november 2022 tot en met 3 november 2022 te
Capelle aan den IJssel en Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen,
een geldbedrag (van in totaal
140euro), dat aan [slachtoffer01] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en dat weg te
nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van
een valse sleutel,
door gebruik te maken van de bankpas en bijhorende pincode van die [slachtoffer01] , tot welk
gebruik hij, verdachte, niet was gerechtigd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal met een valse sleutel door met een voor hem onbekende bankpas en pincode geld te pinnen. De verdachte heeft – ook al is niet te bewijzen dat hij wist dat de pas en pincode waren buitgemaakt bij een woningoverval – met zijn handelen bijgedragen aan het verzilveren van de buit van een overval in een woning. Verdachte heeft bij het plegen van het feit gehandeld uit puur eigengewin en zich niets aangetrokken van de belangen van het slachtoffer. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan.
De rechtbank heeft gelet op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 2 december 2023, waaruit blijkt dat de verdachte in België is veroordeeld voor diefstal met geweld en voor onder andere witwassen van opbrengsten van strafbare feiten. Dit heeft de verdachte er niet van weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen. De rechtbank weegt dit in het nadeel van de verdachte.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank komt tot een andere bewezenverklaring dan de officier van justitie en daarmee tot een lagere gevangenisstraf dan geëist is. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van één maand;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mrs. J. de Lange en D.G.J. Roset, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Nagtegaal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 24 januari 2024.
De voorzitter en de oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 2 november 2022 te Capelle aan den IJssel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer01] heeft gedwongen tot de afgifte van de toegangscode van de mobiele
telefoon van die [slachtoffer01] en/of de toegangscode van de online bankierenapp (die op
die mobiele telefoon stond) en/of de pincode van de bankrekening (van die
[slachtoffer01] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer01]
en/of een derde toebehoorde(n)
door
- naar de woning van die [slachtoffer01] te gaan en/of
- ( vervolgens) (direct) bij binnenkomst het lichaam van [slachtoffer01] vast te pakken en/of
tegen/aan het lichaam van die [slachtoffer01] te duwen en/of te trekken en/of die [slachtoffer01]
mee te nemen naar de slaapkamer en/of
- tegen die [slachtoffer01] te zeggen dat hij zijn mobiele telefoon en/of de toegangscode
van die mobiele telefoon en/of de toegangscode van de online bankierenapp en/of
de pincode van zijn bankrekening moet afstaan en/of
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "Als je niet de codes geeft, slaan we je in
elkaar", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2
hij op of omstreeks 2 november 2022 te Capelle aan den IJssel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ID-kaart en/of een bankpas en/of een sleutelbos en/of mobiele telefoon, in elk
geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- naar de woning van die [slachtoffer01] te gaan en/of
- ( vervolgens) (direct) bij binnenkomst meermalen, althans eenmaal, het lichaam
van [slachtoffer01] vast te pakken en/of tegen/aan het lichaam van die [slachtoffer01] te duwen
en/of te trekken en/of die [slachtoffer01] mee te nemen naar de slaapkamer en/of
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "Als je niet de codes geeft, slaan we je in
elkaar", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer01] in de slaapkamer op te sluiten;
3
hij, in of omstreeks de periode van 2 november 2022 tot en met 3 november 2022 te
Capelle aan den IJssel en/of Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een geldbedrag (van in totaal 770 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [slachtoffer01] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te
nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
een valse sleutel,
door gebruik te maken van de mobiele telefoon en/of de online rekening/het
bank-account en/of de bankpas en/of bijhorende pincode van die [slachtoffer01] , tot welk
gebruik hij, verdachte, niet was gerechtigd;
4
hij, op of omstreeks 2 november 2022 te Capelle aan den IJssel
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk
[slachtoffer01]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden,
door
- naar de woning van die [slachtoffer01] te gaan en/of
- ( vervolgens) (direct) bij binnenkomst meermalen, althans eenmaal, het lichaam
van [slachtoffer01] vast te pakken en/of tegen/aan het lichaam van die [slachtoffer01] te duwen
en/of te trekken en/of die [slachtoffer01] mee te nemen naar de slaapkamer en/of
- die [slachtoffer01] in de slaapkamer op te sluiten.