Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de impliciet primair ten laste gelegde poging tot doodslag;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot verpleging van overheidswege;
4.Bewijs
subsidiairtenlastegelegde poging tot zware mishandeling niet kan worden bewezen, wordt niet verder ingegaan nu het bovenstaande meebrengt dat de impliciet
primairtenlastegelegde poging tot doodslag bewezen zal worden verklaard.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
benadeelde partij [slachtoffer01]te betalen een bedrag van
€ 5.000,-(zegge: vijfduizend euro), als vergoeding voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 5.000,-(zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 5.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 27 oktober 2022 aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.