ECLI:NL:RBROT:2024:2042

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 maart 2024
Publicatiedatum
14 maart 2024
Zaaknummer
10/293361-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van betrokkenheid bij het vervoeren van cocaïne

In de zaak tegen de verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 maart 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het vervoeren van een hoeveelheid cocaïne, maar de officier van justitie, mr. W.A.J.A. Welten, heeft vrijspraak gevorderd voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft het onderzoek op de terechtzitting van 19 februari 2024 in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend is bewezen. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten zonder nadere motivering.

Daarnaast heeft de rechtbank een beslissing genomen over in beslag genomen voorwerpen. De officier van justitie heeft gevorderd dat het in beslag genomen voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende. De verdediging heeft hiertegen geen afzonderlijk verweer gevoerd. De rechtbank heeft besloten dat het voertuig, een Renault Clio, moet worden teruggegeven aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/293361-23
Datum uitspraak: 4 maart 2024
Tegenspraak (279 Sv).
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren op [geboortedatum01] (geboorteplaats- en land onbekend),
niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
waarnemend raadsman mr. R. van der Wal, advocaat te Zoetermeer.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 februari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.A.J.A. Welten heeft gevorderd:
- vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5.In beslag genomen voorwerpen

5.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het in beslag genomen voertuig terug te geven aan de rechthebbende.
5.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen afzonderlijk verweer gevoerd ten aanzien van het in beslag genomen voertuig.
5.3.
Beoordeling
Ten aanzien van het in beslag genomen voertuig zal een last worden gegeven tot teruggave aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
1. STK Personenauto (Omschrijving: [proces-verbaalnummer01] , Grijs, merk: Renault Clio).
Dit vonnis is gewezen door mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mr. drs. K.Th. van Barneveld en mr. dr. S. Wahedi, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.R. de Graaf, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 5 november 2023, te Dordrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, heeft gebracht ongeveer 2979 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij, op of omstreeks 5 november 2023, te Dordrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 2979 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.