Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekers;
- [naam01] , werkzaam bij Stroomopwaarts (hierna: schuldhulpverlening);
- [naam02] , werkzaam bij het wijkteam (hierna: begeleider).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak hebben verzoekers op 8 januari 2024 een verzoekschrift ingediend op grond van artikel 284 van de Faillissementswet (Fw) voor een voorlopige voorziening ex artikel 287b, eerste lid, Fw. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek op 24 januari 2024 bepaald. Tijdens de zitting is verweerster, vertegenwoordigd door [naam03], niet verschenen, maar had wel een verweerschrift ingediend. De verzoekers, die in financiële problemen verkeren door geschillen met hun voormalig werkgever en het UWV, vroegen de rechtbank om de ontruiming van hun huurwoning op te schorten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien er een vonnis tot ontruiming was uitgesproken op 11 augustus 2023. De rechtbank heeft de belangen van verzoekers, die in hun huurwoning willen blijven en een minnelijk schuldhulpverleningstraject willen doorlopen, zwaarder laten wegen dan die van verweerster, die het vonnis tot ontruiming wilde uitvoeren. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het vonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, mits de lopende huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens zijn verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar zij kunnen in de toekomst een nieuw verzoek indienen.