Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 (met uitzondering van de in- en uitvoer), 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 26 maanden met aftrek van voorarrest;
- verbeurdverklaring van het totale geldbedrag dat onder de verdachte in beslag is genomen van € 20.865.
4.Waardering van het bewijs
détournement de pouvoir, omdat de verbalisanten het vaststellen van de identiteit hebben gebruikt om in de auto te kunnen kijken, iets waartoe zij op dat moment anders niet bevoegd waren. Onder deze omstandigheden heeft de doorzoeking van de auto onrechtmatig plaatsgevonden. Bovendien is niet enkel op logische plekken voor het bewaren van een identiteitsbewijs gezocht, want een plastic tas die op de grond staat, valt daar niet onder. Dit betreft een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend opsporingsonderzoek en het recht op privacy als bedoeld in art. 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is in aanzienlijke mate geschonden, want dit gebeurde in het openbaar en is niet te herstellen. Naar aanleiding hiervan heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van de verdachte en zijn er nog meer (verboden) goederen aangetroffen die nu op de tenlastelegging staan. Een passende sanctie is bewijsuitsluiting, want alles is het directe gevolg van het vormverzuim. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van al het ten laste gelegde.
détournement de pouvoir. Ook is het recht op privacy van de verdachte door de handelwijze van de politie niet geschonden.
invoer of uitvoervan verdovende middelen. Van dit gedeelte van de tenlastelegging onder feit 1 zal de verdachte worden vrijgesproken.
enstoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door het voorhanden hebben van
al, een persmal, meerdere vacuümzakken en meerdere rollen crêpepapier;
envoorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 21 (eenentwintig) maanden,
7 (zeven) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
€ 2.205, € 3.570, € 2.300, € 7.515en
€ 1.275;
teruggaveaan de rechtmatige eigenaren ( [naam01] en [naam02] , zijnde de ouders van de verdachte).