Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte geen contact zal (laten) opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer01] ;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 uur met aftrek van voorarrest, waarbij een dag voorarrest gelijkstaat aan twee uur taakstraf.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over haar gesteld gezag;
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
2 (twee) jaren;
algemene voorwaarde:
bijzondere voorwaarde:
150 (honderdvijftig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
114 (honderdveertien) urente verrichten taakstraf resteert;
57 (zevenenvijftig) dagen;
€ 2.000 (zegge: tweeduizend euro),bestaande uit € 2000 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 2.000(hoofdsom,
zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 september 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening en bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.000 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
30 dagen, waarbij de toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.