ECLI:NL:RBROT:2024:1942
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de schuldsaneringsregeling met verlenging van de looptijd
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP) door verzoeker, die in financiële problemen verkeert. De rechtbank heeft het verzoek behandeld tijdens een zitting op 29 februari 2024, waarbij verzoeker aanvullende stukken heeft overgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen en dat er geen voldoende grond is voor afwijzing van het verzoek. Daarom is verzoeker toegelaten tot de WSNP, met een verlengde looptijd van vierentwintig maanden, in afwijking van de gebruikelijke achttien maanden.
De rechtbank heeft de ingangsdatum van de looptijd van de WSNP vastgesteld op 8 augustus 2023, op verzoek van verzoeker, die eerder is begonnen met aflossen. De rechtbank heeft overwogen dat verzoeker in bepaalde maanden een hogere afdrachtscapaciteit had dan het bedrag dat hij maandelijks heeft afgedragen, maar heeft besloten dat deze kleine achterstand geen consequenties hoeft te hebben voor de toelating tot de WSNP. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het feit dat verzoeker een deel van zijn schuldeisers heeft benadeeld door een nieuw aanbod te doen zonder medeweten van zijn schuldhulpverlener.
De rechtbank heeft de duur van de WSNP vastgesteld op vierentwintig maanden, waarbij rekening is gehouden met zowel de belangen van verzoeker als die van de schuldeisers. De rechtbank heeft de bevoegdheid om deze procedure te openen bevestigd, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt. De rechter-commissaris is benoemd en er zijn verdere instructies gegeven aan de bewindvoerder. De uitspraak is openbaar uitgesproken en verzoeker kan binnen acht dagen hoger beroep instellen.