ECLI:NL:RBROT:2024:191
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een faillissementsverzoek tegen een ontbonden vennootschap wegens gebrek aan summierlijk gebleken baten
Op 16 januari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H.M. Meijroos, een faillissementsverzoek heeft ingediend tegen de ontbonden besloten vennootschap [verweerster] B.V. Het verzoek is ingediend op 8 december 2023, waarbij verzoeker stelde dat verweerster een huurschuld van € 14.302,20 had opgebouwd en dat er vermoedens waren van onbehoorlijk bestuur. Verweerster is op 14 november 2023 uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel en heeft geen baten meer, wat door de rechtbank is bevestigd aan de hand van een uittreksel uit het handelsregister. De rechtbank oordeelde dat er niet summierlijk gebleken was van feiten die erop wijzen dat er nog baten aanwezig waren, ondanks de stellingen van verzoeker over mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid. De rechtbank heeft het verzoek tot faillietverklaring afgewezen, omdat verweerster op het moment van ontbinding geen baten meer had en de stellingen van verzoeker niet voldoende waren om aan te nemen dat er nog baten waren. De beschikking is gegeven door mr. M. Aukema, rechter, in aanwezigheid van griffier J.B. Biezen.